De voedselzandloper strooit zand in de ogen

8 aug 2012

voedseldriehoekDe actieve voedingsdriehoek van het VIGeZ blijft voor Domus Medica het Vlaamse instrument voor de huisarts om voedingsadvies te geven. ‘De voedselzandloper’ van dr. Kris Verburgh, die recent uitgebreid in de pers aan bod kwam, is wetenschappelijk te onevenwichtig onderbouwd om recht te blijven staan. Op het eerste zicht is de voedselzandloper op pure wetenschap gebaseerd. Volgens Erika Vanhauwaert, voedingsexpert van VIGeZ, kent het boek ‘De Voedselzandloper’ een aantal belangrijke onwaarheden door het foutief gebruik van cijfergegevens, verkeerde interpretaties en het ontbreken van bronvermeldingen.

De actieve voedingsdriehoek is niet verouderd!

De voedselzandloper onder de loep

Erika Vanhauwaert, VIGeZ, Senior stafmedewerker gezonde voeding, erika.vanhauwaert@vigez.be

Dr. Verburgh raadt het eten van graanproducten – met uitzondering van havermout – ten sterkste af. Dit zou zijn omwille van de hoge glycemische index (GI) en de daarbij horende stijging van de bloedsuikerspiegel die deze voedingsproducten veroorzaken. Een voedingsmiddel uitsluitend beoordelen op basis van de glycemische index (GI) is intussen achterhaald. Het effect op de bloedsuikerspiegel is namelijk afhankelijk van verschillende factoren, bijvoorbeeld de vorm (vast – vloeibaar) of de manier van bereiden. De GI van gekookte aardappelen is lager dan de GI van aardappelpuree. Afgekoelde aardappelen hebben zelfs een lagere GI dan warme aardappelen. De aanwezigheid van andere voedingsstoffen, zoals vezels, eiwitten en vetten, kan de invloed op het bloedsuikergehalte veranderen. Het is dus belangrijk om samen met de GI ook de samenstelling van de totale voeding te beschouwen.

Opvallend is ook dat Dr. Verburgh beweert dat personen met diabetes type 2 kunnen “genezen” als ze brood, aardappelen, rijst en pasta uit hun menu schrappen. Deze bewering is niet alleen wetenschappelijk onjuist, maar zelfs gevaarlijk.

Bovendien stelt hij, dat men brood, aardappelen, pasta en rijst mag vervangen door fruit en groenten, paddenstoelen of peulvruchten. Deze producten leveren echter niet dezelfde voedingsstoffen op en kunnen elkaar dus niet vervangen. De consument loopt op die manier namelijk het gevaar bepaalde belangrijke vitaminen en andere voedingsstoffen niet voldoende in te nemen.

Een ander belangrijk punt van kritiek is dat Dr. Verburgh zich voor de voedselzandloper niet baseert op de theoretische voedingsaanbevelingen voor België (opgesteld door de Hoge Gezondheidsraad), maar op buitenlandse gegevens (vooral uit de VS). Hierdoor geeft hij ten onrechte kritiek op bepaalde aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek die niet in België worden toegepast. Zo geeft hij in zijn boek aan dat bijvoorbeeld de aanbeveling vitamine C – volgens hem 60 mg per dag – veel te laag ligt. De aanbeveling voor volwassenen in België is echter 110 mg vitamine C per dag. Wie dagelijks 2 stukken fruit en 300 g groenten eet, zoals de actieve voedingsdriehoek voorschrijft, voldoet daar ruimschoots aan.

Begin 2012 vierde de driehoek zijn 15e verjaardag. Toch is er heel wat veranderd sinds zijn lancering in 1997: in de loop der jaren werd de afbeelding en de bijhorende aanbevelingen drie keer herzien en aangepast aan de actuele wetenschappelijke kennis. Dit gebeurde voor het laatst in 2011. Bij het aanpassen van de aanbevelingen bij de actieve voedingsdriehoek gaat VIGeZ niet over één nacht ijs. Eén studie die iets anders beweert dan tot dan toe werd aangenomen is onvoldoende om iets te gaan veranderen. We nemen deze beslissingen dan ook niet op eigen houtje, dit gebeurt altijd in overleg met een groep experten (waaronder professoren, diëtisten, vertegenwoordigers van de opleidingen voedings- en dieetkunde enz.).

De voedselzandloper kent met andere woorden belangrijke tekortkomingen en is dus geen alternatief voor de actieve voedingsdriehoek.

Meer info over de actieve voedingsdriehoek: www.gezondheidstest.be of www.vigez.be/voeding. of kan je nalezen in de boeken “De actieve voedingsdriehoek” (voor professionals, ACCO 2012, ISBN: 978-90-334-8639-5) of het boek “Bewust eten. Kiezen, kopen en klaarmaken” (voor iedereen die meer wil weten over gezond eten, ACCO 2012, ISBN: 978-90-334-8636-4,144).


Om de traditie van open wetenschappelijk debat hoog te houden, publiceren we hier op zijn verzoek een antwoord van dr. Kris Verburgh op dit bericht.

Antwoord van dr. Kris Verburgh

Kan de voedingsdriehoek beter en gezonder? Bij deze wil ik graag reageren op de kritiek van Erika Vanhauwaert van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIGeZ) op mijn boek De voedselzandloper. Ik zal echter pas op het einde van dit artikel op deze kritiek ingaan, omdat die ons zou afleiden van de essentie van de zaak, namelijk dat de officiële voedingsdriehoek, die mevrouw Vanhauweart en het VIGeZ promoten, verouderd is en veel gezonder kan.

Ik baseer me hiervoor op de bevindingen van topexperts zoals professor Walter Willett van de Universiteit van Harvard. Professor Willett is één van de belangrijkste autoriteiten op het vlak van voeding en gezondheid ter wereld. Hij uit sterke kritiek op de Amerikaanse voedingspiramide, die als twee druppels water op onze voedingsdriehoek lijkt.

Hij noemt de voedingspiramide ‘zeer gebrekkig’, in die mate zelfs dat de voedingspiramide ‘misleidend advies’ verschaft aan de bevolking. Eén van de problemen met de voedingspiramide/driehoek is immers dat de vetten in de buurt van de ‘verboden top’ staan, waardoor consumenten de indruk krijgen dat alle vetten gematigd dienen te worden. Studies tonen echter aan dat niet alle vetten slecht zijn, en dat er een belangrijk onderscheid dient gemaakt te worden tussen goede en slechte vetten, waarbij de goede vetten ondermeer hartbeschermend zijn. Zo toonde een grote studie aan dat een mediterraan dieet met veel vetten (olijfolie, vette vis, noten, etc) in vergelijking met het vet-arme dieet van de American Heart Association, voor 70% minder sterfte zorgde. De studie werd na 2,5 jaar afgebroken omdat het ‘onethisch’ zou zijn om de patiënten nog het officiële vetarme dieet te laten volgen.

De voedingsdriehoek maakt ook geen onderscheid tussen rood en wit vlees, terwijl talloze studies aantonen dat rood vlees vervangen door wit vlees (en vis) de kans op hartziekte en darmkanker drastisch vermindert.

Nog verontrustender is dat de basis van de voedingsdriehoek volledig bestaat uit koolhydraten: brood, pasta, rijst en aardappelen. Wetenschappers zijn het erover eens dat we de laatste decennia de rol van koolhydraten in het risico op chronische ziektes, zoals hart-en vaatziektes en diabetes, teveel onderschat hebben. Vooral producten met een hoge glycemische index (GI) zijn zeer ongezond. Dankzij de GI weten we bijvoorbeeld dat gekookte aardappelen grotere suikerpieken in het bloed veroorzaken dan pure tafelsuiker. Deze suikerpieken verhogen drastisch het risico op hart-en vaatziekten en diabetes. De universiteit van Harvard plaatst daarom aardappelen in de verboden top van zijn voedingsdriehoek, naast frisdrank en snoepgoed (en rood vlees).

Kortom, onze voedingsdriehoek kan veel beter. Maar alles kan altijd beter, en misschien biedt de voedingsdriehoek al enige gezondheidsvoordelen. Maar is dit zo? Bij mijn weten zijn er geen studies die aantonen dat personen die het advies van de voedingsdriehoek volgen, minder risico hebben op (chronische) ziektes of langer leven. In de VS hebben wetenschappers echter wel onderzocht of hun officiële voedingspiramide enige gezondheidsvoordelen bood. Uit studies bleek dat mensen die aten volgens de voedingspiramide niet gezonder werden. Dit omdat de zonet besproken nadelen de voordelen (bijvoorbeeld meer groente en fruit eten) teniet deden. Langs de andere kant zijn er studies die aantonen dat wanneer mensen meer eten volgens de voedingspiramide van de universiteit van Harvard (die een onderscheid maakt tussen goede en slechte vetten, wit en rood vlees, en koolhydraten met een hoge GI), het cardiovasculair risico zomaar even 40% lager is.

Gezien cardiovasculaire ziektes de belangrijkste doodsoorzaak zijn in ons land, zouden misschien talloze cardiovasculaire sterfgevallen voorkomen kunnen worden door enkele eenvoudige wijzigingen in onze officiële voedingsdriehoek.

Eén van de redenen waarom dit niet gebeurt is omdat voedingsdeskundigen ‘alles teveel willen vereenvoudigen’, aldus professor Willett. Hij eindigt verder zijn pleidooi met de volgende bewoordingen: ‘Een andere uitdaging zal zijn te verzekeren dat de informatie die wordt verschaft aan het publiek strikt gebaseerd is op wetenschap.’ Professor Willett steekt niet onder stoelen en banken dat bij de creatie van de voedingspiramide ook belangen van de melk-, vlees-en graanindustrie hebben gespeeld.

In mijn boek De voedselzandloper uit ik wetenschappelijk gefundeerde kritiek op de huidige voedingsdriehoek. Ik ben verbaasd over de agressieve reactie van het VIGeZ en de volharding waarmee het VIGeZ zijn voedingsdriehoek verdedigt. De tegenargumenten lezend die het VIGeZ aandraagt, verbazen me eveneens, ondermeer omwille van de totale reductionistische aanpak waarop met voeding wordt omgegaan: voedingsmiddelen worden gereduceerd tot calorieën, vitamines en mineralen, terwijl voedingsmiddelen nog duizenden stoffen bevatten die gezondheidseffecten op het lichaam kunnen uitoefenen en die door deze reductionistische aanpak genegeerd worden.

Nu de essentie van de discussie besproken werd, kunnen we ingaan op enkele ‘kritieken’ van het VIGeZ op mijn boek.

Mevrouw van Hauweart stelt dat een voedingmiddel uitsluitend beoordelen op basis van de glycemische index (GI) achterhaald is.

Uiteraard baseer ik me niet enkel op glycemische index wat de gezondheid van voedingsmiddelen betreft. Desalniettemin is de glycemische index (en de glycemische load) één van de belangrijkste indicatoren voor gezonde voeding. Heel wat chronische ziektes zijn het gevolg van voeding die een te hoge glycemische index bevat.

Dezelfde voedingsmiddelen hebben, afhankelijk van hun bereiding, verschillende glycemische indexen. Ik begrijp daarom niet meteen waarom mevrouw Vanhauwaert dit net als een tegenargument voor de glycemische index aanhaalt. Volgens het VIGeZ is het niet alleen wetenschappelijk onjuist, maar zelfs gevaarlijk dat ik zou beweren dat type 2 diabetespatiënten van hun diabetes genezen kunnen worden.

Niet alleen zijn 91% van de gevallen van type 2 diabetes te voorkomen via gezonde voeding, bovendien tonen recente studies aan dat type 2 diabetes volledig omkeerbaar is. Uiteraard mits drastische wijzigingen in het voedingspatroon (door ondermeer geen brood, pasta, rijst en aardappelen meer te eten), en dit onder toezicht van een arts. In slechts enkele weken tijd (!) normaliseert de bloedsuikerspiegel, zijn de triglyceriden (vetten) in het bloed vijf keer lager geworden, en –veel belangrijker- zijn de beta-cellen in de pancreas gerecupereerd en is de vervetting in de alvleesklier en lever drastisch verminderd. Niet zozeer overgewicht, maar vooral het terugdringen van de suikerpieken via voeding met een zeer lage glycemische index, blijkt een belangrijke rol hierin te spelen.

Een andere kritiek van mevrouw Vanhauwaert is dat ik me teveel baseer op buitenlandse gegevens. Gezien de meeste wetenschappelijke studies in het buitenland gebeuren is dat evident.

Haar punt van kritiek betreffende de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) voor vitamine C (110 gram ipv 60 gram) is weer een voorbeeld van muggenzifterij, ondermeer omdat mijn betoog over vitamines ging over het feit dat verschillende overheden de ADH vaak als te laag instellen (bv 40 mg/dag in de UK, 45 mg/d volgens de WHO, 70 mg/d in Nederland), terwijl gezondheidsgoeroes dan weer veel te hoge dosissen aanbevelen. Via mijn boek wou ik lezers overtuigen om gezonder te leven.

Dat het VIGeZ zo negatief staat tegenover een boek en een arts die stelt dat de voedingsdriehoek beter kan, vind ik een spijtige en zelfs verontrustende zaak.

Bronnen:

Een mooi overzichtartikel geschreven voor het grote publiek is:

  

  • Reversal of type 2 diabetes: normalisation of beta cell function in association with decreased pancreas and liver triacylglycerol. Diabetologia, 2011
  • Reversing diabetes and obesity naturally: a NEWSTART lifestyle program, Diabetes Education, 2004
  • Mediterranean alpha-linolenic acid-rich diet in secondary prevention of coronary heart disease. Lancet, 1994
  • Effects of a Low–Glycemic Load vs Low-Fat Diet in Obese Young Adults. JAMA, 2007
  • Diets with high or low protein content and glycemic index for weight-loss maintenance, New England Journal of Medicine, 2010
  • Low glycaemic-index foods. British Journal of Nutrition, 2000
  • High dietary glycemic load and glycemic index increase risk of cardiovascular disease among middle-aged women: a population-based follow-up study. Journal of the American College of Cardiology, 2007

Reactie van Domus Medica

Domus Medica blijft achter de actieve voedingsdriehoek van VIGeZ staan als voorlichtingsmodel over gezonde voeding voor de gezonde bevolking. De argumentatie die de auteur aanhaalt om de richtlijnen te veranderen is onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd, houdt geen rekening met het niveau van bewijskracht, is vooral expert-based  en voldoet niet aan de huidige standaard om  richtlijnen te bouwen.

Rik Baeten