COVID-19: Speekselstalen zijn soms goed alternatief

Omdat het gebruik van speekselstalen bij de opsporing van SARS-CoV-2 voordelen biedt voor zowel patiënt als zorgverstrekker, ging een door de federale overheid bestelde studie na of speekselstalen een goed alternatief zijn voor de staalafname via een diepe neuswisser. De resultaten zijn niet helemaal positief.

In vergelijking met een klassieke staalafname met een neuswisser is het verkrijgen van een speekselstaal gemakkelijker, niet invasief en niet onaangenaam voor de patiënt. Bovendien is het risico voor zorgverstrekkers bij een speekselstaalafname kleiner omdat de patiënt dit zelf kan afnemen en er minder kans op hoesten of niezen bestaat dan bij het nemen van een staal met een wisser. Eerdere studies tonen aan dat speekselstalen bruikbaar zijn voor het opsporen van andere respiratoire ziekteverwekkers (pathogenen). Daarom gaf de federale taskforce ‘Testing & shortages’ al in mei de opdracht om na te gaan deze manier een alternatief is voor de opsporing van SARS-CoV-2.

Bij meer dan 2000 personen uit triagecentra werden zowel een klassiek nasofaryngaal staal als twee speekselstalen afgenomen. De speekselstalen werden verzameld via twee verschillende methoden: via een speekselswab (wattenstaafje) en met een eenvoudige speekselcontainer. Alle stalen werden door twee aparte private laboratoria geanalyseerd. Zowel het gebruikte RNA-extractieprotocol, het RT-qPCR-platform als de PCR-doelwitgenen waren per lab verschillend.

De resultaten van beide laboratoria waren zeer concordant en toonden aan dat de detectiegevoeligheid van de speekselcontainer merkbaar beter was dan de speekselkwab. Bij personen met een lage virale lading (<20 000 kopieën/ml neuswisser transport medium) is de overeenstemming tussen nasofaryngeale stalen en speekselstalen zeer laag (minder dan 5% overeenstemming). Dit betekent dat personen met een lage virale lading niet worden gedetecteerd met speekselstalen. Bij personen met een gemiddelde tot hoge virale lading is de overeenstemming tussen nasofaryngeale en speekselstalen hoog (tot 97 % overeenstemming) en dit voornamelijk bij de speekselstalen afgenomen met de speekselcontainer.

Speekselstalen zijn minder gevoelig dan nasofaryngeale stalen om de aanwezigheid van het SARS-CoV-2 RNA te detecteren. In de praktijk worden proefpersonen met een lage virale RNA-lading wel gedetecteerd via een conventioneel nasofaryngeaal staal, maar niet via speeksel. De overeenstemming met de nasofaryngeale testresultaten was wel bevredigend voor proefpersonen met middelmatige tot hoge virale RNA-ladingen die waarschijnlijk ook verband houden met de vroege actieve fase van infectie en het risico op verspreiding van infectieus virus in de omgeving. 

Om de bovenstaande redenen zijn speekseltesten dus niet geschikt voor individuele diagnostiek van het COVID-19-virus bij symptomatische patiënten en hoogrisicocontacten. Speekselstaalafname is waarschijnlijk wel waardevol om asymptomatische gevallen met middelmatig tot hoge virale lading te identificeren tijdens systematische screeningcampagnes.

Filip Ceulemans