Gisteren schreef dr. Van den Bruel, huisarts-onderzoeker in Oxford, dat zij niet zou deelnemen aan het Vlaamse borstkankeronderzoek. Ze stelde dat alles veel te rooskleurig werd voorgesteld en vrouwen onvoldoende informatie krijgen om goed geïnformeerd te kunnen kiezen. Domus Medica, expert in deze materie, wil toch het een en ander nuanceren.
We kunnen onze collega alleen maar bijtreden in haar betoog over de wetmatigheden van preventief bevolkingsonderzoek. De baten moeten groter zijn dan de schade en het publiek en de doelgroep (vrouwen tussen 50 en 69 jaar) verdienen objectieve informatie om hierover een weloverwogen keuze te maken.
KCE-rapport, LOK-pakket en folders
Net om elke vrouw bewust te laten kiezen om zich al dan niet te laten screenen, heeft het Federaal Kenniscentrum (KCE) recent een set van neutrale boodschappen opgesteld (Rapport 216 - Borstkankeropsporing: boodschappen ter ondersteuning van een geïnformeerde keuze).
Ook in de folder van de Vlaamse Overheid worden de voor- en nadelen van deelname aan het bevolkingsonderzoek opgelijst.
Daarnaast zal Domus Medica dit jaar een LOK-pakket ontwikkelen om over de risico's en baten van screening vlot te kunnen communiceren.
In tegenstelling tot wat dr. Van den Bruel insinueert, wordt dus geen informatie voor de vrouwen achtergehouden. Elke vrouw krijgt wel degelijk de kans een eigen, geïnformeerde keuze te maken.
Verschil met Amerikaanse screening
Dr. Van den Bruel vergelijkt appelen met peren wanneer ze het Vlaams bevolkingsonderzoek tegen het licht van de Amerikaanse onderzoekers Welch en Passow houdt.
Het Vlaams bevolkingsonderzoek bestaat uit twee mammografische opnamen en twee onafhankelijke lezingen door erkende radiologen (een derde indien discordantie tussen beide radiologen). In de USA worden meestal drie mammografische opnamen genomen samen met een bijkomende echografie en gebeurt er geen georganiseerde onafhankelijke tweede lezing, wat andere uitkomsten oplevert.
Voor- en nadelen van screening
Een nadeel van elk bevolkingsonderzoek is dat vrouwen, bij een afwijkend resultaat, ongerust gemaakt worden. Als bij de verdere onderzoeken blijkt dat het toch niet om kanker gaat, dan werden die vrouwen onnodig ongerust gemaakt. Dit komt in Vlaanderen voor bij 1,4 tot 4,4 % van de vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek.
De informatie van het KCE (gebaseerd op de internationale literatuur en nationale gegevens) toont aan, dat wanneer in Vlaanderen 1000 vrouwen tussen 50-69 jaar gescreend worden, er drie vrouwen te veel behandeld worden. Dit dient echter verduidelijkt te worden. Wanneer we spreken over overbehandeling, bedoelen we voornamelijk de behandeling van niet-invasieve kankers. De meest voorkomende hiervan is het 'ductale carcinoma in situ (DCIS)'. Een DCIS is inderdaad nooit levensbedreigend. Helaas evolueert ongeveer 30-50% van deze DCIS, indien niet behandeld binnen de tien jaar, naar een invasieve kanker die wel degelijk levensbedreigend is. Behandeling van een DCIS is dus niet levensreddend bedoeld, maar het voorkomt de evolutie naar een potentieel levensbedreigende aandoening. Helaas is het met de huidige medische technologie niet mogelijk om te voorspellen welke DCIS wel of niet zullen evolueren naar een invasieve tumor. Daarom vinden wij het onethisch om vrouwen met DCIS niet te behandelen.
Een bijkomend voordeel van de screening is dat tumoren ontdekt door screening voor 75% met een borstsparende heelkunde kunnen geopereerd worden terwijl dit slechts 50% is als de tumor symptomen uitlokt. Heel wat vrouwen zijn dus gespaard gebleven van een mutilerende mastectomie door deelname aan het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Impact op sterfte
Ten slotte twijfelt dr. Van den Bruel aan de impact op borstkankergerelateerde sterfte.
De grootste criticaster van de borstkankerscreening, de Deen Gotzsche, toonde in een Cochrane review een reductie van 23% van borstkankergerelateerde sterfte aan bij vrouwen ouder dan 50 jaar (Gotzsche PC, Nielsen M. Screening for breast cancer with mammography. Cochrane Database Syst Rev 2006;(4):CD001877).
Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt enkel aangeboden aan vrouwen tussen 50-69 jaar: bij deze groep is het levensreddend effect dus wetenschappelijk bewezen.
Samengevat
Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is niet alleen zaligmakend zoals alles in de geneeskunde, maar de voorstelling door dr. Van den Bruel moet wel genuanceerd worden. Zo kan elke vrouw een eigen goed geïnformeerde keuze kan maken om al dan niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.
Dr. Van den Bruel mag dan terecht oproepen tot reflectie; de voordelen van een georganiseerd borstkankerscreeningsprogramma lijken de nadelen duidelijk te overschaduwen.