Arts mag apotheek bezitten

28 feb 2019

De Nationale Raad van de Orde der Artsen boog zich in februari over de vraag of een arts eigenaar mag zijn van een officina-apotheek.

De Nationale Raad maakt op te beginnen een onderscheid tussen het beheer van een officina-apotheek en het bezit ervan. Een apotheek moet onder de verantwoordelijkheid staan van een apotheker-titularis die de eindverantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor de kwaliteit van de afgeleverde geneesmiddelen en gezondheidsproducten.de eigendom van een officina is echter niet voorbehouden aan een apotheker. Een arts mag er eigenaar van zijn, persoonlijk of onrechtstreeks door het bezit van aandelen van een rechtspersoon die er eigenaar van is.

Voorts stelt de Nationale Raad dat enkel apothekers en apotheekassistenten mogen praktiseren in de apotheek. Voor artsen geldt een specifieke onverenigbaarheid: artikel 22 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen van 10 mei 2015 verbiedt de gelijktijdige uitoefening van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde, zelfs aan de houders van diploma’s die het recht verlenen elk van deze beroepen uit te oefenen.

De arts die eigenaar-vergunninghouder is van een officina dient de autonomie van de apotheker-titularis te respecteren en geen handelingen noch beperking op te leggen die de naleving van de hem opgelegde wettelijke en  deontologische vereisten verhindert. De arts dient zijn beroepsonafhankelijkheid te vrijwaren en er op toe te zien dat er ook geen schijn van afhankelijkheid of collusie is.

Filip Ceulemans