‘We staan aan de vooravond van wat wel eens de grootste uitdaging van deze eeuw beloofd te worden: leren omgaan met onze beperking, leren omgaan met het feit dat we niet alles kunnen genezen. Maar we kunnen wel comfort bieden. We kunnen instaan voor een waardevolle levenskwaliteit.’
Met deze gevleugelde woorden opende onze voorzitter afgelopen weekend de Dag van de Huisarts, die volledig in het teken stond van chronische zorg.
Openingswoord
Beste collega’s
Vandaag wil ik jullie bedanken. Voor jullie dagdagelijkse werk. Ik kan elke dag op jullie rekenen om samen te zorgen voor iets wonderlijks: het leven van onze dierbaren. We waken over hun gezondheid, kleven pleisters op hun kleine en grote wonden en genezen hun kwaaltjes van elke dag.
Op deze werelddag van de huisarts wil ik jullie bedanken voor alle zorgen van elke dag. Samen dragen we het lief en leed van onze medemensen. We delen in hun vreugde en bieden een luisterend oor voor hun zorgen en vragen. We staan aan hun zijde op de mooiste, maar nog vaker op de moeilijkste momenten van hun leven en nemen een deel van hun verdriet op onze schouders.
Mijn dankjewel vandaag gaat ook naar al diegenen onder ons die zich ook achter de schermen inzetten voor een betere huisartsgeneeskunde in het netwerk van praktijken dat zich uitspint over Vlaanderen en Brussel. Of het nu is als praktijkassistente of manager van een wachtpost of LMN. Of je nu werkt aan een aanbeveling of sleutelt aan het bestuur van een huisartsenkring. Of je nu een jonge collega opleidt of ervoor kiest de huisartsen te vertegenwoordigen binnen de hoogste organen van dit land. Ieder van ons draagt zijn of haar extra steentje bij. De huisartsenzorg in Vlaanderen en Brussel realiseren we samen.
Vandaag wil ik ook de eerste echte moderne huisarts danken: Hippocrates van Kos. ‘Ik zweer bij Apollon de genezer, bij Asclepius, Hygieia en Panacea en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houden…Bij het genezen zal ik de noodzakelijke dingen gebruiken naar best inzicht en vermogen en ik zal geen onrecht doen… en in elk huis waar ik binnenga zal ik me bezig houden met verzorgen.’ Het was deze Hippocrates die ziekten indeelde in categorieën: acuut en chronisch. Na hem hebben we er bijna 2500 jaar over gedaan om ons de acute geneeskunde helemaal eigen te maken.
Vandaag staan we terug waar hij stond: op het kruispunt van alle wegen in de geneeskunde, onder het wakende oog van Aesculapius. We hebben de weg van Appolon, de genezer. We bewandelen het pad van Hygieia in onze preventie. En Panacea, de godin van de geneesmiddelen heeft voor ons een nieuwe weg gemaakt: deze waarin mensen overleven met een aandoening, het pad van de chronische ziekten.
We staan aan de vooravond van wat wel eens de grootste uitdaging van deze eeuw beloofd te worden: leren omgaan met onze beperking, leren omgaan met het feit dat we niet alles kunnen genezen. Maar we kunnen wel comfort bieden. We kunnen instaan voor een waardevolle levenskwaliteit.
Ons werk begint pas. We zullen niet klaar zijn volgend jaar. We zullen ook niet klaar zijn in 2020. We zullen zelfs niet klaar zijn op het einde van onze professionele loopbaan. Maar we zijn aan de weg begonnen, laten we samen verder gaan.
Dit is onze uitdaging: niet te twijfelen, niet te wachten, niet terug te keren en ons niet te verliezen in het verleden, maar verder te gaan op onze weg zodat we het lot dat de geschiedenis ons toedeelde, kunnen vervullen.
Ik beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van huisarts in ere houden. Dat beloof ik. (Artseneed van de KNMG en de VSNU van 2003)
Maaike Van Overloop
voorzitter
{flickr set=72157629826920324}