Zelfstandige zorgverstrekkers en de Riziv-tegemoetkomingen

24 jun 2010

Zorgverstrekkers ontvangen verschillende soorten Riziv-uitkeringen. In dit artikel worden er twee soorten Riziv-tegemoetkomingen toegelicht en worden hierbij een aantal fiscale regels kort uitgelegd.

A. Riziv-tegemoetkoming voor elektronisch dossierbeheer

Zelfstandige kinesitherapeuten, artsen, verpleegkundigen, e.d. ontvangen een Riziv-uitkering voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van dossiers. Deze uitkering is van de belastingadministratie in principe een belastbaar beroepsinkomen (zogenaamde belastbare ‘baten’ van een vrij beroep).

Wat gebeurt er indien de zelfstandige beroepsactiviteit wordt uitgeoefend via een eigen vennootschap?

In de regel wordt de Riziv-uitkering dan gestort op de bankrekening van de vennootschap. De Riziv stelt echter een fiche 281.50 op en dit op de persoonlijke naam van de zorgverstrekker en niet op naam van de vennootschap. Toch is deze uitkering niet belastbaar in de personenbelasting en wel in de vennootschapsbelasting. De belastingadministratie heeft hierover recent een circulaire gepubliceerd waarin wordt gesteld dat men moet uitgaan van het feit dat het de vennootschap is die de kosten draagt van de beoogde softwarepakketten (voor het elektronisch beheer van de dossiers) waarvoor de uitkering wordt toegekend. In die gevallen wordt de beoogde uitkering dus geacht ten goede te komen van de vennootschap en wordt dus opgenomen in het belastbaar resultaat in de vennootschapsbelasting.

B. De accrediteringsvergoeding

Geaccrediteerde zorgverstrekkers die een erkend opleidingsprogramma volgen, kunnen van de Riziv een zogenaamde accrediteringsvergoeding ontvangen. Deze vergoeding zijn voor de zorgverstrekker belastbare beroepsinkomsten. Die inkomsten kunnen ofwel belastbare ‘baten’ voor een zelfstandige zorgverstrekker ofwel belastbare ‘bezoldigingen’ voor een zorgverstrekker met werknemersstatuut in een ziekenhuis.

Indien een zorgverstrekker-werknemer verplicht is om zijn accrediteringvergoeding te laten storten op een rekening van zijn werkgever-ziekenhuis (bijvoorbeeld op grond van de arbeidsovereenkomst of het intern reglement), dan is het afgestane bedrag een aftrekbare beroepskost. Met andere woorden, de accrediteringsvergoeding is belastbaar maar wordt niet effectief belast doordat hetzelfde bedrag wordt opgenomen in de aftrekbare beroepskosten. De accrediteringsvergoeding die door de Riziv wordt uitbetaald is een persoonsgebonden vergoeding en zal dus steeds vermeld worden op een fiche 281.50 op naam van de zorgverstrekker (natuurlijke persoon). Deze persoonsgebonden vergoeding is volgens de belastingadministratie dan ook in de personenbelasting belastbaar en niet in de vennootschapsbelasting. Zelfs indien de zorgverstrekker werkzaam is via een vennootschap en de vergoeding op de rekening van zijn vennootschap wordt gestort (Circulaire van 16 maart 2000).

Gregory Henin
SBB Accountants & Adviseurs