Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) heeft op 1 juli 2025 een aangepaste reglementering gepubliceerd over de stralingsbescherming bij het overlijden van patiënten die recent een behandeling met een radioactief product hebben ondergaan. Deze maatregel is van belang voor huisartsen die overlijden vaststellen tijdens de zogenaamde 'voorzichtigheidsperiode' na toediening van een therapeutisch radioactief middel. Wanneer een patiënt overlijdt vóór het einde van deze periode, kan het stoffelijk overschot nog een niet-verwaarloosbare hoeveelheid radioactiviteit bevatten.
Bj het vaststellen van een overlijden moet de huisarts nagaan of de overledene een risico vormt voor blootstelling aan ioniserende straling. Dit kan door informatie in te winnen bij de nabestaanden of door de ontslagkaart te controleren die samen met de identiteitskaart van de patiënt bewaard wordt. Deze kaart bevat onder andere de einddatum van de voorzichtigheidsperiode en de contactgegevens van de behandelende arts.
Indien de patiënt overlijdt vóór het verstrijken van de voorzichtigheidsperiode, moet de huisarts op het overlijdensattest (model IIIC, strook A) het vakje 'ja' aanvinken bij 'risico voor blootstelling aan ioniserende stralen' en 'verplichte onmiddellijke kisting in een hermetische kist'. Dit activeert de informatieketen richting begrafenisondernemers en crematoria, zodat zij de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen treffen. Als de voorzichtigheidsperiode al verstreken is, zijn dergelijke maatregelen niet vereist.
Het FANC benadrukt dat het overlijden in deze context niet standaard aan hen gemeld hoeft te worden, tenzij het gaat om repatriëring van het stoffelijk overschot. In dat geval is melding verplicht en kunnen bijkomende maatregelen opgelegd worden. Meer informatie over de ontslagkaart en de voorzorgsmaatregelen is beschikbaar via de website van het FANC. Het FANC kan wel steeds gecontacteerd worden voor.
Meer informatie en contactgegevens van het FANC vindt u in PDF hieronder.
Wim Torbeyns