Werelddag van de tuberculose - 24 maart 2010

24 mrt 2010

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelde zich in 2006 tot doel het aantal gevallen van en het aantal doden door tuberculose tegen 2015 te halveren. We zijn dit jaar halfweg de termijn en hoewel Tuberculose in België de laatste jaren steeds minder voorkomt, blijft het met  1,5 miljoen doden per jaar wereldwijd één van de belangrijkste doodsoorzaken. De WHO roept daarom op om de inspanningen te verhogen en om de zoektocht naar nieuwe en innovatieve technieken voor screening, diagnose en behandeling blijvend voort te zetten. De dalende incidentiecijfers van de voorbije jaren wijzen in België alvast op een vooruitgang in de bestrijding van de ziekte. Uit voorlopige cijfers voor 2009 lijkt de daling echter te stagneren, wat een gevolg zou kunnen zijn van de crisis en de daaruit voortvloeiende toegenomen armoede.

TUBERCULOSE TELT!

De Vlaamse vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) wil met de steun van minister Jo Vandeurzen en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid de ziekte  tuberculose  beter onder de aandacht brengen. Tuberculose is vandaag perfect te genezen, maar doordat de ziekte zijn negatief imago uit het verleden meedraagt rust er nog steeds een taboe op. Naar aanleiding van de wereldtuberculosedag is daarom een korte beeldmontage gemaakt waarin afwisselend de kennis van mensen in de straat (straatinterviews) wordt geplaatst ten opzichte van de feitelijke informatie over tuberculose (interview arts).

Tuberculose is een besmettelijke ziekte, veroorzaakt door de tuberkelbacterie of de bacil van Koch. De meest voorkomende vorm is longtuberculose. Iemand die een besmettelijke longtuberculose heeft, brengt bacteriën in de lucht die personen in zijn omgeving kunnen inademen. Jonge kinderen en mensen met een verminderde weerstand zijn meer gevoelig voor de ziekte. Risicofactoren zijn: afkomstig zijn uit een land waar nog veel tuberculose voorkomt, een vermindering van de immuniteit of afweer en dit kan veroorzaakt worden door vele factoren zoals een ernstige lichamelijke aandoening, druggebruik, alcoholmisbruik, leven in minder gunstige omstandigheden. Ook de economische crisis zou aanleiding kunnen geven tot een stijging van het aantal tuberculosepatiënten. Tuberculose is immers nog steeds de sociale ziekte bij uitstek en sterk gerelateerd aan armoede. Dit geldt zowel voor mensen die in België leven als voor zij die uit het buitenland komen of in het buitenland leven. De daling van het aantal tuberculosemeldingen in België geldt zowel voor Belgen als niet-Belgen. In 2008 werden er 1.006 gevallen gemeld in heel het land wat een incidentie geeft van 9,4/100.000 inwoners. Onder hen was 53% van de Belgische nationaliteit. Het zijn vooral de grote steden die getroffen worden. Tuberculose komt in het Vlaams Gewest en het Waalse Gewest jaarlijks bij ongeveer 7 (zeven)  op 100.000 inwoners voor. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt dit 3 à 4 keer hoger, wat eigen is aan het grootstedelijke karakter van dit gewest. We moeten wel in gedachte houden dat het zeer waarschijnlijk is dat het aantal gevallen weer wat zal stijgen door de wereldwijde economische crisis, voornamelijk in de grote steden

TUBERCULOSE GENEEST

Artsen die een besmettelijke tuberculose vaststellen melden dit aan de arts infectieziekten van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. In 2008  waren er in Vlaanderen 436 meldingen. Bij personen uit de onmiddellijke omgeving van de besmette persoon wordt nagegaan of ze besmet zijn of misschien zelf ziek zijn. Dit gebeurt in samenwerking met de VRGT door het plaatsen van een tuberculinehuidtest en / of het nemen van een longfoto. Zieke personen moeten gedurende minstens zes maanden een behandeling volgen met drie of vier geneesmiddelen. Mensen die positief testen maar niet ziek zijn, worden aangeraden een preventieve behandeling te volgen met 1 geneesmiddel gedurende minstens 6 maanden.

VOORTZETTING EN VERNIEUWING

Minister Vandeurzen: “Hoewel de tuberculose-incidentie in Vlaanderen de laatste jaren daalt, roep ik alle betrokkenen toch op om de inspanningen onverminderd verder te zetten. Ik reken hiervoor op de medewerking van de artsen (voor de melding) maar ook op die van de patiënten (voor het opsporen van hun contacten). Daarnaast wil ik inzetten op het ontwikkelen van nieuwe strategieën om risicogroepen beter te bereiken, om de diagnose snel te kunnen stellen en de behandeling efficiënt te laten verlopen. Wat betreft de diagnosestelling wacht ik op de resultaten van een wetenschappelijke studie die nieuwe serologische testen evalueert en nagaat of deze ingezet kunnen worden in contactonderzoeken rond een besmettelijke patiënt.”

Meer informatie: www.vrgt.be en www.zorg-en-gezondheid.be.