Nu het graspollenseizoen van start is gegaan, geeft wetenschappelijk instituut Sciensano enkele tips mee om succesvol de strijd tegen deze veroorzaker van allergieën aan te gaan.
Graspollen is de meest voorkomende oorzaak van allergieën in ons land. Maar liefst één Belg op zes is hier gevoelig aan. Bovendien is het niet alleen het seizoen met de meeste hooikoortspatiënten, het is ook het langstdurende seizoen. Sinds begin deze maand geeft het Nationaal Aerobiologisch Meetnet AirAllergy van Sciensano aan dat de concentratie van graspollen geleidelijk aan het stijgen is.
Het graspollenseizoen duurt tot juli en moet zijn piek nog krijgen in juni. De voorbije dagen was er een kleine polemiek over de invloed van de campagne Maai Mei Niet op het risico op blootstelling. Sciensano spreekt zich hier niet over uit en geeft aan dat er verder onderzoek nodig is. Toch raadt de wetenschappelijke instelling mensen die erg te lijden hebben aan om in de nabijheid van hun woning toch een vorm van onderhoud te voorzien zodat geen al te grote percelen ontstaan die dichtbegroeid zijn met wilde grassen.
Patiënten die te lijden hebben onder een graspollenallergie, kunnen gebaat zijn met volgende tips:
- Reinig de neus met fysiologisch water
- Draag een (zonne)bril om contactreacties te vermijden
- Neem een douche en was regelmatig de haren
- Gebruik papieren zakdoeken en werp deze systematisch weg na gebruik
- Droog de was niet buiten
- Was regelmatig het beddengoed
- Vermijd zware lichamelijke activiteiten
- Houd de ramen dicht bij een verplaatsing met de auto
- Vermijd irriterende of allergene factoren: tabak, huisgeuren, kaarsen, wierook, schoonmaakmiddelen en doe-het-zelfproducten
- Draag een FFP2- of N95-masker
Filip Ceulemans