Tekenseizoen staat voor de deur

6 apr 2023

Met de lente en de oplopende temperaturen staat ook het nieuwe tekenseizoen voor de deur. Vorig jaar werden er bijna 5000 tekenbeten gerapporteerd in België. Bij het begin van het nieuwe seizoen roept Sciensano opnieuw op tot waakzaamheid. 

In 2022 werden 4918 tekenbeten geregistreerd in ons land: 2977 in Vlaanderen, 1877 in Wallonië en 64 in Brussel. Dat waren er een pak minder dan in 2021 toen werd afgeklopt op 9935 tekenbeten. In absolute cijfers is de provincie Antwerpen de provincie met de meeste gerapporteerde tekenbeten (1236). Uitgedrukt per 100.000 inwoners spant Luxemburg de kroon (184), op verre afstand gevolgd door Namen (84) en Antwerpen (66). Het lage aantal tekenbeten kan waarschijnlijk verklaard worden door de extreme droogte in het voorjaar en de zomer van 2022. 

Sinds 2017 onderzoekt wetenschappelijk instituut Sciensano door burgers ingestuurde teken. Van de 972 teken die vorig jaar werden onderzocht, blijkt 10% besmet met de bacterie Borrelia burgdorferi s.l., die de ziekte van Lyme of borreliose kan veroorzaken. Rickettsia helvetica, een ziektekiem waarvan het ziekteverwekkend vermogen nog onduidelijk is, kwam voor in 13% van de teken, terwijl andere ziektekiemen voorkwamen in 1,5 tot 4,7% van de teken. “Deze resultaten bevestigen opnieuw dat teken die mensen bijten drager kunnen zijn van andere ziektekiemen dan de Borrelia-bacterie en dat artsen dus alert moeten zijn voor mogelijke andere symptomen of klachten na een tekenbeet dan enkel de typisch rode kring bij Lyme borreliose”, zegt Laurence Geebelen van Sciensano.  

Het wetenschappelijk instituut roept bovendien iedereen op om een tekenbeet te melden op de website www.TekenNet.be.“Via de meldingen kunnen we de blootstelling van de Belgische bevolking aan tekenbeten goed opvolgen in tijd en ruimte en krijgen we een beter inzicht in de factoren die het risico op tekenbeten bij de mens in België bepalen. Deze inzichten laten meer gerichte acties inzake de preventie van tekenbeten en gerelateerde ziekten toe”, besluit Laurence Geebelen. 

Filip Ceulemans