‘Op lange termijn worden durf en vooruitziendheid altijd beloond’

8 feb 2023

Toespraak door dr. Roel Van Giel, oud-voorzitter Domus Medica, tijdens de Jaaropening van Domus Medica op 4 februari 2023 

Dr. Roel Van Giel gaf op 12 januari officieel de fakkel door aan de nieuwe voorzitter, dr. Jeroen van den Brandt. Tijdens de jaaropening van Domus Medica bracht hij deze afscheidsspeech. 

Beste collega’s, 

De voorbije acht jaar, waarvan twee jaar als ondervoorzitter en zes jaar als voorzitter van Domus Medica, heb ik het privilege gehad om Domus Medica te mogen leiden. Het waren enerzijds de meest boeiende en uitdagende jaren in mijn professionele carrière maar anderzijds ook de meest intense jaren waarin ongekende uitdagingen en de grootste gezondheidscrisis in decennia op ons pad kwamen. Ik ben enorm dankbaar voor het vertrouwen dat ik van veel mensen heb gekregen om dit te mogen doen maar het was bij momenten ook een zeer zware opdracht waarbij je dag in dag uit, 24 uur op 24 bezig bent om de Vlaamse en de Nederlandstalige Brusselse huisartsen en huisartsenkringen zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. 

Exponentiële groei van Domus Medica 

Een voorzitter is dan wel het gezicht van een organisatie, maar achter dat gezicht staat een enorm radarwerk van medewerkers, huisartsen, kringen en wachtposten zonder wiens inbreng mijn taak onmogelijk was. De sterkte van een voorzitter wordt bepaald door de kracht van dat radarwerk. Domus Medica is in de voorbije acht jaar enorm gegroeid om dat achterliggende radarwerk te versterken en heeft tegelijkertijd gedurende meer dan twee jaar een belangrijke rol gespeeld in het managen van de coronapandemie die een enorme impact had op de huisartsen maar ook op de organisatie. Ik wil hier dan ook graag beginnen met even terug te kijken op deze acht jaar.  

Enkele cijfers: 

  • Het ledenaantal groeide van 2600 leden naar 3539 leden. 
  • Vandaag zijn 65 van de 67 kringen lid van Domus Medica. 
  • We hebben 6 nieuwe expertisedomeinen opgericht om nu 9 expertisedomeinen te hebben. 
  • De omzet van de vereniging steeg van 2,5 miljoen euro per jaar naar 3,5 miljoen euro per jaar waarbij we de laatste 6 jaar altijd een positief resultaat hebben kunnen realiseren (ondanks de moeilijke coronajaren).  
  • Het personeelsbestand groeide van 17 personeelsleden naar 27 personeelsleden. 
‘Het ledenaantal groeide de voorbije acht jaar van 2600 leden naar 3539 leden’ 

Cijfers waar ik met trots op terugkijk maar niet alleen in cijfers is de evolutie die Domus Medica heeft doorgemaakt indrukwekkend. Ook het lijstje van realisaties van de laatste jaren is impressionant. We kochten onze kantoorgebouwen aan in de Lange Leemstraat en verbouwden ze tot een modern en toekomstgericht kantoorgebouw en vergaderzalencomplex. We bouwden een nieuwe website waarin we een jobsite integreerden en Domus Medica kreeg een nieuw logo en huisstijl, we vierden het 50 jaar jubileum van ons wetenschappelijk tijdschrift Huisarts nu en lanceerden naar aanleiding van dit jubileum een nieuwe website waarbij we alle edities van de voorbije 50 jaar elektronisch archiveerden. We bouwden een juridische dienst uit en Jong Domus werd heropgestart. We pasten ook onze opleidingen en navormingen aan door de start van een succesvol e-learningplatform en de aankoop van een mobiele webinarstudio. 

Ook op het vlak van vertegenwoordiging ging een nieuw tijdperk open. Via AADM konden we voor het eerst ook op federaal niveau onze inbreng doen en op Vlaamse niveau zijn we overal present. We werden zowel voor de media als de politiek de toonaangevende organisatie voor de Vlaamse en Nederlandstalige Brusselse huisartsen en huisartsenkringen.  

Daarnaast organiseerden we nieuwe events zoals de huisartsenconferentie, de ICT-conferentie of de Openpraktijkendag en haalden voor het eerst in de geschiedenis de organisatie van het Europese WONCA-congres in juni 2023 naar Brussel. 

Maar ook inhoudelijk werd er ongelooflijk veel werk gerealiseerd in de expertisedomeinen. Een kleine selectie: de startersgids, de stopgids, MFO’s, de veiligheidsprijs naar aanleiding van het betreurde overlijden van collega Patrick Roelandts, adviezen voor kwaliteitsvolle praktijkvoering, een toekomstig kader voor de CRA-arts, er werd iemand aangenomen om de richtlijnen te coördineren en last but not least: er werd twee jaar gewerkt, samen met meer dan 650 huisartsen aan een nieuwe visie op de Huisarts 2030… Kortom Domus Medica ten top: de combinatie van inhoudelijke sterke dossiers en een goede vertegenwoordiging. 

‘Er werd twee jaar gewerkt, samen met meer dan 650 huisartsen, aan een nieuwe visie op de Huisarts 2030.'

De waanzinnige covidperiode 

Mijn voorzittersperiode zal ook altijd gekoppeld zijn aan de covidpandemie. Het was een waanzinnige tijd waarin huisartsen en huisartsenkringen hun kracht en creativiteit meer dan ooit getoond hebben maar waarin we ook vaak op de limieten botsten. Het heeft problemen die we al lang kenden vergroot maar het heeft ook nieuwe opportuniteiten doen ontluiken. Het heeft een aantal collega’s op of over de rand van hun kunnen gebracht en het heeft een te voorspellen crisis in de huisartsgeneeskunde in versnelling gebracht. 

Ook persoonlijk was dat de meest heftige periode in mijn professionele carrière. Het is de enige periode dat ik een aantal maanden niet actief ben geweest als huisarts om mij dag in dag uit te kunnen focussen op deze gezondheidscrisis. Het was een ongelooflijk zware periode maar ook een ongelooflijk boeiende periode waarin we hebben kunnen wegen op het beleid dankzij de keuze die onze voorgangers in 2006 gemaakt hebben om een eenheidsvereniging op te richten. Zonder het bestaan van Domus Medica hadden we nooit zoveel kunnen betekenen voor de huisartsen en huisartsenkringen tijdens deze crisis. 

‘Te laat hebben de politiek en de sociale partners ingezien wat de uitdagingen zijn’ 

Want hoe gezond en sterk Domus Medica ook is, de huisarts op het veld zit in crisis. We hebben te lang op muren gebotst om noodzakelijke hervormingen in gang te zetten. Oud-minister Jo Van Deurzen benoemde dit altijd als de wet van de remmende voorsprong. Hij had gelijk. Te laat hebben de politiek en de sociale partners ingezien wat de uitdagingen zijn waarmee we vandaag en de volgende jaren worden geconfronteerd en in welke mate we als huisartsen niet voorbereid zijn om dit op te vangen. Het adagio ‘Tene quod bene’ werd misbruikt om vooral niets te veranderen, om zich te terug te trekken in ideologische standpunten en niet te willen inzien welke uitdagingen er op ons afkomen. Het gevolg is dat we niet klaar zijn om de problemen van vandaag en morgen op te vangen en dat we nu die hervormingen moeten realiseren terwijl het water al aan de lippen staat en we eigenlijk geen tijd hebben om ze te realiseren. 

Sociale partners blokkeren vooruitgang 

Er wordt dan vaak op de politiek geschoten. Het is de bron van alles wat misloopt. Ik ga zeker niet beweren dat de politiek hierin geen verantwoordelijkheid heeft maar de politiek is niet alleen verantwoordelijk. Ons land bestaat immers niet uit vier machten maar uit vijf machten. Naast het parlement, de regering, het gerecht en de pers zijn de sociale partners de vijfde macht in België. Ons welvaartsmodel in België is gebouwd op een filosofie dat de grote lijnen voor onze toekomstige welvaart mee worden geschreven door de mensen van het veld. Een model dat ons veel welvaart heeft gebracht en dat tot een systeem heeft geleid waarin sociale partners in België ongelooflijk veel macht hebben gekregen. Dat is zo bij de werkgevers en de werknemers maar ook in de zorg. De sociale partners in de zorg beheren quasi autonoom het budget van de gezondheidszorg. 35 miljard euro wordt verdeeld door zorgverstrekkers en verzekeringsinstellingen en de politiek (nochtans de democratische vertegenwoordigers van de mensen wiens belastinggeld verdeeld wordt) kan proberen vanop de zijlijn wat bij te sturen.  

Als je het objectief bekijkt, is dit enerzijds een hallucinant model en anderzijds een briljant model want wie weet er nu beter hoe je dat geld efficiënt beheert dan de vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten zelf. Daar is echter één grote premisse aan. De vertegenwoordigers van de zorgverleners en de patiënten moeten verder kijken dan de waan van de dag, dan het snelle scoren, dan de volgende verkiezing. Ze moeten een continue analyse doen van de veranderingen in de maatschappij. Zij moeten hun leden wijzen op deze veranderingen en uitleggen hoe men in deze veranderende wereld zijn of haar functioneren zal moeten aanpassen en dát gebeurt jammer genoeg niet meer. 

‘Het sociaal overleg probeert krampachtig vast te houden aan een realiteit van gisteren die vandaag al achterhaald is’ 

Het sociaal overleg is geen overleg meer dat de bakens uitzet voor onze welvaart in de volgende tien of twintig jaar. Het is een overleg dat blokkeert. Dat krampachtig probeert vast te houden aan een realiteit van gisteren die vandaag al achterhaald is. Tene quod bene is een prachtig adagio als het bedoeld is om de kernwaarde van de zorg met name de warmte, het zorgdragen, de professionele autonomie van het vrije beroep te behouden maar het wordt toxisch als het gebruikt wordt om elke verandering tegen te gaan. En begrijp mij niet verkeerd het zijn zeer moeilijke tijden. De snelheid waarmee de wereld, de maatschappij verandert, is ongezien en dat brengt onzekerheid zelfs angst met zich mee. Maar net op die momenten zouden de sociale partners boven zichzelf moeten uitstijgen en als een herder hun beroepsgroep doorheen die moeilijk jaren leiden. Een herder is geen autoritair leider, is geen allesweter, werkt niet vanuit een ivoren toren. Een herder staat tussen zijn schapen, kent en luister naar zijn schapen maar zal ze wel leiden naar de plekken waar ze alles hebben om zich te ontwikkelen.  

Deze metafoor geeft perfect aan waar het misloopt. Sociale partners zijn geen herders meer, ze blaten vaak alleen het luidst roepende schaap na zonder zich af te vragen wat de consequenties voor de kudde zijn. Een visie hebben ze niet en bij gebrek aan plan schieten ze dan maar op diegene die dat wel heeft. Verder ga ik deze metafoor van herders en schapen niet toelichten want anders lees ik morgen op twitter dat ik naast de rechterhand van de minister, de rechterhand van de CM-voorzitter nu ook de rechterhand van de aartsbisschop ben geworden. Als twitter ooit een referentie voor mijn CV is, heb ik alle toppen al bereikt. 

De sociale partners (en voor de artsen zijn dat de artsensyndicaten) hebben onnoemelijk veel macht (tenzij men die blindelings weggeeft door te dreigen om de conventieakkoorden op te zeggen). Zij beheren autonoom tien miljard euro. Tien miljard belastinggeld dat verdeeld wordt onder de artsen. Ik vind dat artsen hen hier meer op mogen afrekenen. Want heel wat van de problemen waar we vandaag mee geconfronteerd worden, zijn het gevolg van de onwil of onkunde van de traditionele artsensyndicaten om tien jaar geleden de hervormingen door te voeren die nodig waren om het systeem vandaag overeind te houden en die perfect voorspelbaar waren. Populair maak je je daar initieel niet mee want iedere verandering roept weerstand op maar op lange termijn wordt die durf, die vooruitziendheid altijd beloond. 

‘De sociale partners beheren autonoom tien miljard euro’

Oproep om te stemmen

Binnen enkele maanden zijn het terug artsenverkiezingen. Ik roep dan ook alle artsen op om ondanks alle drukte, ondanks het feit dat het allemaal ver van jullie bed lijkt (terwijl het in feite jullie dagelijkse organisatie en inkomen bepaalt) om die evaluatie te maken. Wie van de artsensyndicaten durft zeggen waar het op staat? Wie durft te zeggen dat we in de toekomst met minder geld meer zorg gaan moeten verlenen? Wie durft te zeggen dat we de organisatie van de zorg zullen moeten aanpassen omdat we gewoon de mensen niet meer hebben om de zorg te organiseren zoals we dat vandaag de dag doen? Wie durft een visie voor te stellen die de kern van het zorgen voor mensen overeind houdt maar wel aangepast aan de nieuwe context? Wie durft te zeggen dat AI, robotica, telegeneeskunde, human enhancement deel van de zorg zal zijn? Wie durft te zeggen dat we het sociaal overleg op een andere manier moeten aanpakken? Wie durft te zeggen dat als artsen nog willen blijven wegen in het sociaal overleg dat we de verschillende artsenverenigingen moeten samenbrengen in plaats van te blijven opsplitsen in syndicaten, wetenschappelijke verenigingen en beroepsvereniging? Wie durft zijn eigen ego overboord te zetten in het belang van de artsen en de patiënten? 

‘Wie durft te zeggen dat we in de toekomst met minder geld meer zorg gaan moeten verlenen?’ 

Dus let bij de volgende verkiezing niet op hippe videoboodschappen of paginabrede advertenties maar vraag naar hun toekomstvisie. Laat je niet verleiden door goedkope slogans die je X euro per consultatie meer beloven of je het recht willen garanderen op een supplement en vooral behoed je voor diegenen die zeggen dat er niet te veel moet veranderen want heel de wereld rondom jou zal in snel tempo veranderen en als we de organisatie van de geneeskunde niet aanpassen, zullen andere commerciële partners het van ons overnemen en dan ben je van één ding zeker. De kern van de geneeskunde: het zorgen voor mensen zal dan definitief vervangen zijn door winstmaximalisatie en targets.  

Dat is de inzet van de volgende artsenverkiezing. Neem dus even de tijd voor je gaat stemmen en durf te vragen. Vraag hoe zij de zorg gaan organiseren met minder mensen en minder geld? Vraag hoe zij de zorg voor een populatie willen opnemen? Vraag hoe zij de shift van acute reactieve zorg naar chronische proactieve zorg willen maken? Vraag hoe ze de work-life balans willen verbeteren? Vraag hoe zij ervoor willen zorgen dat de zorg ook financieel toegankelijk blijft voor alle burgers? Kortom vraag naar hun visie op de huisartsgeneeskunde, op de specialistische geneeskunde in het ziekenhuis en ambulant, op de ziekenhuisfinanciering, op de organisatie van de paramedische zorg, op de organisatie van de gezondheidszorg in de volgende tien of twintig jaar en hoe ze die gaan financieren? Neem even de tijd om die vragen te stellen en laat die antwoorden je leiden om te bepalen aan wie jij jouw stem geeft. 

‘Als we de organisatie van de geneeskunde niet aanpassen, zullen commerciële partners het van ons overnemen’ 

Anders omgaan met zorg

Maar niet alleen aan de kant van de zorgverleners zal er veel moeten veranderen, ook aan de kant van de burgers, de gebruikers van de zorg, zullen er enorme veranderingen moeten plaatsvinden. De burgers hebben vandaag de dag totaal geen idee hoe drastisch de zorgorganisatie zal wijzigen en welke impact dit op hen zal hebben als gebruiker. En als er dan toch eens de eerste tekenen van die verandering zichtbaar worden, reageert die burger even defensief als de sociale partners. Een uur rijden in het diepst van de nacht om bij een wachtpost te geraken: een schande. Enkele dagen moeten wachten op een afspraak bij de huisarts: ongehoord. Twee maanden alvorens een MRI van de knie omwille van een mogelijk meniscusletsel: een brief naar HLN.  

En toch zullen patiënten moeten leren om anders met de zorg om te gaan. De kwaliteit van de zorg willen we absoluut bewaken, de warmte van de zorg willen we koesteren, maar de efficiëntie moet omhoog. Eigenlijk is de Belg de laatste decennia ongelooflijk verwend geweest als het op zorg aankomt (een aantal disciplines zoals de psychologische zorg niet te na gesproken). De patiënt had nu een probleem of een vraag en werd nu geholpen. Die tijd zal voorbij zijn. Enkele weken wachten op een scan voor een mogelijk meniscusletsel? Dat zal standaard zijn. Een uur rijden naar de wachtpost tijdens de diepe nacht zal de nieuwe realiteit worden. Het zal niet de meest aangename rit zijn maar medisch is dat perfect verantwoordbaar en in kader van een efficiënte organisatie en goed gebruik van de schaarse middelen zelfs noodzakelijk (dit geldt trouwens ook voor een aantal spoeddiensten). Mensen gaan terug moeten leren omgaan met klachten. Niet meer met elke klacht of elk probleem direct een arts raadplegen. Niet meer om de haverklap tweede of derde adviezen gaan vragen. Leren wat geduld te hebben.  

‘Patiënten zullen moeten leren meer geduld te hebben’ 

Versta me niet verkeerd: dit is geen makkelijke opdracht en zeker niet de wonderoplossing om alle problemen in de zorg morgen op te lossen. En dit bereik je al zeker niet door het remgeld met enkele euro’s op te trekken. Dit is een werk van jaren. Dit vraagt jarenlange educatie, gezondheidssopvoeding, tools die de burgers helpen in dit proces. Maar het staat buiten kijf dat ook de burgers hun deel moeten bijdragen om ervoor te zorgen dat we ook binnen tien jaar nog met dezelfde kwaliteit, warmte en toewijding zorg kunnen toedienen. 

Het mooiste beroep ter wereld 

Want mag ik daar misschien mijn boodschap mee afronden. We moeten echt oppassen om niet alles te zwart te zien. Ook tijdens de covidcrisis was dat een continue bezorgdheid van mezelf om enerzijds een boodschap door te geven over de reële toestand van de huisartsgeneeskunde maar anderzijds niet het gevoel te geven dat het allemaal hopeloos is. Want ja we lopen op de toppen van onze tenen, en ja veel mensen consulteren voor de gekste problemen die soms in de verste verte iets met huisartsgeneeskunde te maken hebben en ja er is veel administratie maar laten we toch ook niet vergeten hoe mooi huisartsgeneeskunde is.  

Wat voor een ongelooflijk voorrecht het is om voor anderen te mogen zorgen. Patiënten die met jou de diepste geheimen delen, die samen met jou lachen en wenen, die samen met jou hun levenspad lopen, die vertrouwen hebben dat jij hen (binnen hun doelen) begeleidt om hen medisch het leven te geven dat zij willen. De kracht van een troostend woord, een arm op een schouder, de schoonheid van een stilte in een consultatie, de dankbaarheid van een patiënt die geholpen is. Laten we eerlijk zijn, het zijn toch die dingen die we allemaal nog dagelijks meemaken en die onze passie blijven aanwakkeren.  

‘Het is een ongelooflijk voorrecht om voor anderen te mogen zorgen’

Daarom vond ik de tekst in Artsenkrant van onze pas gepensioneerde collega Jos Ceyssens als reactie op de Tafel van Vier met collega Lemmens en minister Vandenbroucke zo mooi. Hij beschrijft de veranderingen die er geweest zijn in zijn 40-jarige carrière en wat dat allemaal heeft opgeleverd. Hij beschrijft de schoonheid van het beroep die wij als huisartsen dag in dag mogen ervaren en hij beschrijft terecht dat een dag van een huisarts nog steeds voor het grootste deel met die schoonheid gevuld is ondanks de administratieve overlast.   

Ik kan het niet meer eens zijn. De schoonheid van ons beroep blijft de sterkste kracht om nieuwe collega’s te overtuigen om deze roeping te volgen. Laten we die boodschap allemaal samen uitdragen. 

Dank aan het achterliggende radarwerk 

Aan het einde van een mandaat past het om een aantal mensen te bedanken. En ik weet dat je bij een opsomming altijd mensen vergeet, waarvoor ik mij hierbij op voorhand al wil excuseren bij diegenen die ik vergeten ben maar het is te belangrijk om het niet te doen. 

Allereerst wil ik het team van Domus Medica bedanken. Het kloppend hart van Domus Medica zijn jullie. Zoals ik het ook op mijn afscheidsspeech bij de huisartsenkringen verwoordde: voorzitters komen en gaan maar de rots in de branding is dit team. Het is te weinig geweten hoe belangrijk dat jullie zijn voor de huisartsen en de huisartsenkringen in Vlaanderen en Brussel.  

Daarom beste Stijn, Stefan, Gert, Jo, Wil, Charlotte, Anneleen, Frans, Emma, Dirk, Helena, Emy, Annelies, Sofie, Michiel, Birgit, Annemie, Yves, Layla, Sofie, Yente, Wim, Carine, Margot, Roos, Tim en Janne: heel hart bedankt voor alles en blijf dat topteam dat jullie onklopbaar maakt! 

Specifiek wil ik toch ook nog Christophe Dekoninck, de vorige algemeen directeur, vermelden die 5,5 jaar lang als directeur mijn rechterhand binnen de organisatie was. Het was onze complementariteit die onze sterkte was.  

Ook de leden van het bestuursorgaan en in het bijzonder Maaike (die voorzitter was toen ik ondervoorzitter was) en Greet en Siegfried (die mijn ondervoorzitters waren) wil ik danken voor de voorbije acht jaar. Een voorzitter kan maar functioneren als hij omringd is met een sterk en kritisch bestuur en een ondervoorzitter naast hem die als klankbord mee kan reflecteren en sturen. Maaike, dank dat ik onder jouw voorzitterschap de stiel mocht leren en Greet en Siegfried dank voor dat klankbord te zijn, voor alle ondersteuning die jullie mij gegeven hebben, voor de rust die jullie brachten in de hectiek van de dag, om mij te helpen steeds het breder kader te zien, het ‘botten in de modder-gevoel’ te blijven behouden. 

Daarnaast wil ik ook alle huisartsen, kringcoördinatoren, wachtpostmanagers en ander personeel, verpleegkundigen, praktijkassistenten en haio’s bedanken die zich de voorbije jaren ingezet hebben in één of ander project en dat ook de komende jaren zullen blijven doen. Jullie inzet is van onschatbare waarde. 

‘Wat Jong Domus de voorbije jaren heeft uitgebouwd, verdient het grootste respect’ 

Speciaal wil ik ook Jong Domus bedanken. Wat jullie in de voorbije jaren hebben uitgebouwd van GP-meetings tot het KAFKA-project, hoe jullie op zo’n korte tijd Jong Domus op de kaart hebben gezet, verdient het grootste respect. Het belang van een sterke onafhankelijke jongerenorganisatie is ongelooflijk belangrijk voor Domus Medica. Bedankt voor alles wat jullie gedaan hebben en doe vooral zo verder ! 

Ik wil ook een groep mensen bedanken die meestal niet bedankt worden, maar in tegendeel vaak alle bagger over zich heen krijgen. Tijdens de covidcrisis heb ik in verschillende administraties, wetenschappelijke instituten en ook op politieke kabinetten mensen leren kennen die zich letterlijk dag in dag uit hebben ingezet om ons door deze crisis te helpen. Mensen die ik op elk moment kon bellen met een vraag, voor raad of om een probleem voor te leggen. Zij roeiden met de riemen die ze hadden, namen niet het hoge woord in de pers maar slaagden erin om met heel veel creativiteit en doorzettingsvermogen binnen een wettelijk kader oplossingen te vinden. Maar ik durf echt te beweren dat het die mensen zijn geweest die ons land op cruciale momenten hebben rechtgehouden. Als het begrip ‘civil servants’ een gezicht moet krijgen zijn het deze mensen. Ik kan alleen maar hopen dat de maatschappij hen de erkenning geeft die ze verdienen. 

Ten slotte wil ik vooral mijn echtgenote en mijn kinderen bedanken want zij hebben van ons allemaal de meeste opofferingen gebracht opdat ik gedurende 6 jaar de meest uitdagende job in mijn leven mocht doen. Sofie en Wouter, jullie konden er vandaag niet bij zijn omdat jullie nu staan te stralen op de glitterfuif van de school. Deze topdag (na 3 jaar geen schoolfuif wegens corona) konden jullie niet missen. Ik vergeet nooit hoe midden tijdens één van de eerste interviews op de oprit van ons huis continu twee hoofdjes verschenen en dan weer verdwenen boven de vensterbank, maar ook dat jullie de laatste jaren die journalisten toch wat beu gezien waren. Het was toch altijd even slikken is als ik de ontgoochelende blik zag als papa weer een telefoon moest opnemen of weer naar de zolder ging voor nog maar eens een vergadering. Jullie zijn mijn schatten en jullie levensvreugde maakt dat zelfs de moeilijkste momenten smolten als sneeuw voor de zon. 

‘Als voorzitter leef je constant in een verhoogde staat van alertheid’ 

Ten slotte wil ik mijn echtgenote bedanken. Anneleen, jij hebt mij de vrijheid en de kans gegeven om dit te mogen doen. Het is allesbehalve evident geweest. Mijn vele afwezigheden heb jij vaak moeten opvangen en misschien nog erger zelfs als ik wel thuis aanwezig was, was ik soms mentaal op een andere planeet (zoals je dat zo gevat omschreef). Voorzitter zijn kruipt inderdaad in je lichaam waardoor je constant in verhoogde staat van alertheid leeft. Zelfs nu mijn voorzitterschap geëindigd is, merk ik dat die verhoogde staat nog vaak aanwezig is. Ik weet dat de eerste weken na de wissel van het voorzitterschap nog niet de beloofde verandering hebben gebracht maar geloof me: ik werk eraan en ik zal er alles aan doen om ook mentaal zo snel mogelijk de switch te maken. Anneleen, Jij bent mijn baken op de goede en de moeilijke momenten. Jij ving mij op als het lastig werd en vooral je zorgde ervoor dat je me terug met mijn beide voeten op de grond bracht op de momenten dat ik mezelf voorbijliep. Jouw nuchterheid over alles wat ik deed, maakte dat ik de balans kon houden tussen wat belangrijk is voor Domus Medica en belangrijk voor ons, al is die balans zeker niet altijd in evenwicht geweest. Mijn liefste schat, dank voor alles, dank dat je mij de vrijheid hebt gegeven om dit te doen, dank om mij te steunen. Ik zie jou graag. 

Vertrouwen in de toekomst 

Op het einde van een mandaat krijg je vaak nog twee vragen.  

De eerste is: wat ga je nu doen? Wel ik heb geen plannen en ik heb plechtig beloofd de eerste zes maanden ook niets nieuws aan te nemen. Mijn sociaal engagement en mijn passie zal blijven bestaan en misschien komt er nog ooit iets op mijn pad, maar ik zal het alleen doen als ik er dezelfde waarden die ik bij Domus Medica vond in kan vertegenwoordigen.  

De tweede vraag is of je blij bent dat het gedaan is of dat je spijt hebt dat het gedaan is. Ik heb geen één van beide. Ik ben vooral trots en vol vertrouwen. Ik kijk met heel veel trots terug op de voorbije acht jaar en alles wat we hebben kunnen realiseren. Maar bij het privilege om voorzitter te mogen zijn van Domus Media komt ook een verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid om te weten wanneer je de fakkel moet opnemen maar ook wanneer je hem moet doorgeven. Want de fakkel doorgeven is wat een team nodig heeft. Ervoor zorgen dat de organisatie verrijkt wordt met nieuwe ideeën. En ik geef die fakkel door in volle vertrouwen.  

  • Vertrouwen in Jeroen. Dank Jeroen om deze functie te willen opnemen. Het is soms een zware taak maar het is ook de meest geprivilegieerde taak binnen de huisartsgeneeskunde die je mag opnemen en het geeft mij een enorme rust om te zien hoe je met je naturel, visie en kunde deze functie opneemt. De enkele weken dat ik jou nu al bezig heb gezien als voorzitter, geven mij het volste vertrouwen dat jij de juiste man op de juiste plaats bent. Je gaat dat schitterend doen. Veel succes en je weet dat ik geen schoonmoeder zal zijn maar als je toch nog eens raad nodig hebt, dan staat mijn deur altijd open. 
  • Vertrouwen in het nieuwe bestuur die even kritisch maar toekomstgericht Domus zal blijven besturen. 
  • Vertrouwen in Stijn waarvan ik van overtuigd ben dat hij als directeur er alles zal aan doen om Domus verder te doen evolueren. 
  • Vertrouwen in dat waanzinnig team van Domus Medica. 
  • Maar vooral vertrouwen om dat jullie er zijn, elke huisarts die zijn of haar steentje bijdraagt aan Domus Medica en die ervoor zal zorgen dat deze mooie organisatie nog waanzinnige dingen gaat realiseren waarvan elke huisarts en huisartsenkring in Vlaanderen en Brussel de vruchten zal plukken. 
‘Het is belangrijk dat de organisatie verrijkt wordt met nieuwe ideeën’ 

Het is nu tijd om afscheid te nemen. Je gaat niet meer moeten luisteren naar mijn speechen, je gaat geen nachtelijke mails meer krijgen, geen telefoons meer van een voorzitter die nog snel iets wil checken. 

Het is goed geweest. Het is mooi geweest. Nu begint een nieuwe toekomst. 

Bedankt voor alles. Bedankt iedereen. Het gaat jullie goed. 

Roel Van Giel
Oud-voorzitter Domus Medica