‘Meer van iets anders’

Het overlegmodel binnen het Riziv moet in de toekomst anders worden georganiseerd. Dat zei minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) in zijn toespraak naar aanleiding van de zestigste verjaardag van het Riziv. 

Het Riziv bestaat zestig jaar. In zijn toespraak op de viering van deze verjaardag verraste minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke menig met zijn visie op de toekomst van het overlegmodel binnen de Rizivstructuren. “Willen we met het specifieke overlegmodel richting geven aan de toekomst van de gezondheidszorg, dan zal het zichzelf moeten heruitvinden”, aldus de minister. “De erfenis van 60 jaar is een conventiesysteem dat te vrijblijvend is ten aanzien van de tariefzekerheid. Met het geld van de ziekteverzekering worden akkoorden gesloten tussen de beroepsorganisaties en de ziekenfondsen, waarbij de doelstelling van de ziekteverzekering is om tariefzekerheid te bieden aan patiënten, maar de beroepsorganisaties eisen tegelijkertijd de volledige vrijheid van hun leden om deze tariefzekerheid toch niet te bieden zonder dat ze daar zelf veel nadeel van ondervinden. Dit is in de huidige context niet langer houdbaar: we moeten zelf kritisch nadenken over het conventiesysteem zelf.” 

Concreet wil Vandenbroucke zorgverstrekkers die uit het systeem stappen, ook minder voordelen van het systeem toekennen. Zorgverstrekkers die binnen het systeem willen werken en de conventie toepassen, moeten een gereguleerde vrijheid krijgen om tarieven aan te passen in specifieke situaties waar dit sociaal verantwoord is. ”Op die manier komt er terug logica en evenwicht in het systeem”, meent de minister. “Ik roep daarom op tot een breed en diepgaand overleg over de toekomst van het conventiesysteem, zonder taboes.” De uitdaging voor het conventiemodel gaat voor Vandenbroucke verder dan het blijven garanderen van tariefzekerheid. “De noodzaak tot samenwerking en geïntegreerde zorg dwingt ook tot een paradigmaverschuiving: afspraken maken over de vergoeding van individuele verstrekkers voor individuele verstrekkingen gaat meer en meer voorbij aan de realiteit van zorg als een multidisciplinaire en continue dienstverlening doorheen de tijd.” 

Vandenbroucke benadrukte in zijn speech ook het belang van nieuwe vormen van samenwerking en integratie van zorg. Hij verwees daarbij uitdrukkelijk naar de New Deal voor huisartsen. “Geïntegreerde zorg is de toekomst, door samenwerking over de grenzen van disciplines en bestuurlijke bevoegdheden. Dat veronderstelt nieuwe vormen van financiering, zowel in de eerste lijn als in de ziekenhuizen, maar ook een andere inzet van het zorgpersoneel, met onder meer een geherwaardeerde, meer gedifferentieerde en meer soepele inzet van verpleegkundigen. Samenwerking is niet alleen nodig om onze capaciteit om patiënten hoogstaande zorg te geven te versterken, maar ook om die zorg doelmatiger te organiseren.”