Medicatiebeleid in de kinderopvang

5 apr 2012

Kind en Gezin krijgt signalen van artsen dat de vernieuwde aanbeveling voor gebruik van medicatie in de kinderopvang (eind 2009 uitgewerkt in overleg met de pediaters, huisartsen en apothekers) nog onvoldoende zou gekend zijn, niettegenstaande de uitgebreide informatieronde via verschillende kanalen. Er zou nog vaak een attest gevraagd worden aan de behandelende arts voor elk toe te dienen geneesmiddel in de kinderopvang.

De aanbeveling luidt:

  • Elke kinderopvang moet een medicatiebeleid uitwerken en opnemen in het intern reglement.
  • Er wordt aan de artsen gevraagd om, waar mogelijk, geneesmiddelen voor te schrijven voor inname buiten de uren van de opvang.
  • Schrijft een arts een geneesmiddel voor dat tijdens de opvanguren toegediend moet worden, dan moet dit voor de kinderopvang geattesteerd zijn. Dit kan ofwel door de arts ofwel door de apotheker. Het gedateerd attest slaat op de ziekte/aandoening die een bepaald kind op een bepaald moment doormaakt.

    • Een attest van een arts kan verschillende vormen aannemen: een doktersvoorschrift, een notitie van de arts in het heen-en-weerboekje van de opvang of een notitie van de arts in het Gezondheidsboekje van het kind.
    • Een attest van een apotheker is een automatisch afgedrukt of een handgeschreven etiket van de apotheker op naam van het kind en met de nodige informatie, gekleefd op het voorgeschreven geneesmiddel. Wanneer het geneesmiddel op die manier gelabeld wordt door de apotheker wordt er dus niet verwacht dat er nog een bijkomend attest van de arts wordt geschreven voor de kinderopvang.
  • Voor niet voorgeschreven geneesmiddelen wordt het beleid gevolgd dat in het intern reglement van de opvang staat en is geen attest van de arts vereist, ook niet als een kind voor het eerst naar de opvang gaat.

Uitgangspunten van het medicatiebeleid zijn:

  • veiligheid en gezondheid maximaal garanderen:
  • voorkomen van overdadig en verkeerd medicatiegebruik
  • risico’s zelfmedicatie van ouders voorkomen
  • zieke kinderen horen niet thuis in de opvang:
  • preventie van verspreiding infectieziekten
  • de opvang is niet steeds voorzien op zieke kinderen
  • de kinderopvang is aansprakelijk voor wat er ter plaatse gebeurt
  • personeel van kinderopvang is niet/beperkt medisch geschoold
  • opvang heeft vooral een signaalfunctie
  • geneesmiddelen zoveel mogelijk thuis toedienen
  • geen medicatie op eigen initiatief
  • elke KO moet eigen medicatiebeleid opstellen + in huishoudelijk reglement opnemen + de ouders informeren over het medicatiebeleid
  • gedeelde verantwoordelijkheid van opvang, ouders, arts en apotheker

Koortswerende middelen kunnen, afhankelijk van de leeftijd van het kind, éénmalig toegediend worden zonder voorschrift op voorwaarde dat het kind geen alarmsignalen vertoont. De opvang kan gebruik maken van de flowchart koorts van Kind en Gezin.

Kind en Gezin is er zich van bewust dat het in de praktijk brengen van vernieuwde aanbevelingen tijd vraagt en een herhaalde communicatie vereist, zowel naar de kinderopvang als naar de artsen en apothekers.

Meer informatie kunt u vinden op www.kindengezin.be. Ga naar ‘gezondheid en vaccineren’, ‘in de opvang’, ‘geneesmiddelen’.