Gebruik van hydroxychloroquine in het kader van COVID-19

20 mei 2020

In overeenstemming met het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) wil Sanofi u graag informeren over het gebruik van hydroxychloroquine in het kader van COVID-19 en het risico op QTc-verlenging en geneesmiddelinteracties. 

Samenvatting 

  • Hydroxychloroquine heeft nergens ter wereld een vergunning voor het in de handel brengen (VHB) voor het behandelen van COVID-19. Daarom valt elk voorschrijven van hydroxychloroquine voor dit medisch gebruik buiten de vergunde indicaties ( = « off-label use »). 
  • Het is bekend dat hydroxychloroquine QTc-verlenging en daaropvolgende aritmieën veroorzaakt, waaronder torsades de pointes bij patiënten met specifieke risicofactoren. De omvang van de QTc-verlenging kan ook toenemen bij een toenemende concentratie hydroxychloroquine. Dit hartrisico kan worden versterkt door hydroxychloroquine te gebruiken met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, zoals azithromycine. 
  • Een aantal ernstige en levensbedreigende gevallen van QTc-verlenging, torsades de pointes, syncope, hartstilstand en plotseling overlijden, tijdelijk gelinkt aan het gelijktijdig gebruik van hydroxychloroquine met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, zoals azithromycine, is onlangs gemeld. 
  • Gezondheidszorgbeoefenaars worden aangeraden om voorzichtig te zijn bij het gebruik buiten de vergunde indicaties van hydroxychloroquine voor de behandeling van COVID-19. In het bijzonder bij patiënten met specifieke risicofactoren (bijv. gelijktijdige toediening van hydroxychloroquine met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, zoals sommige anti-infectiemiddelen, waaronder azithromycine) wordt hartmonitoring via een ECG aanbevolen. 

De volledige informatie vindt u in onderstaande pdf-bestanden