Extra middelen voor ondersteuning in de huisartsenpraktijk

Het verzekeringscomité van 25 maart keurde de voorwaarden voor ondersteuning in de huisartsenpraktijken en medische huizen goed. Dit kan worden besteed aan een tegemoetkoming voor infrastructuur en/of voor praktijkmanagement.

Huisartsenpraktijken staan onder druk. Een van de oplossingen om de druk te verlichten is het anders organiseren van de zorg, bijvoorbeeld door samen te werken met zorgondersteunend personeel. Gezien het beperkte budget in de gezondheidszorg is de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) voorstander van voorstellen met directe impact op het terrein. Tijdens verschillende overlegmomenten heeft AADM dit benadrukt. Dit resulteerde in concrete afspraken om extra budget te besteden aan twee nieuwe vormen van tegemoetkoming in de praktijk. Dit budget van 16,7 miljoen was reeds voorzien in het conventieakkoord van 2023. 

Over welke premies gaat het?

De tegemoetkoming kan twee vormen aannemen: de tegemoetkoming voor infrastructuur en de tegemoetkoming voor praktijkmanagement.

De tegemoetkoming voor infrastructuur is een eenmalige tegemoetkoming in de opleidings-, werkings- en infrastructuurkosten voor het managen van de eerste aanwerving van een administratief medewerker, praktijkverpleegkundige of een praktijkassistent met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. Een praktijk kan ook deze tegemoetkoming krijgen voor het managen van een zelfstandige praktijkverpleegkundige in vast samenwerkingsverband.

Daarnaast is een jaarlijkse tegemoetkoming voor praktijkmanagement mogelijk voor het managen van een administratief medewerker, praktijkverpleegkundige of een praktijkassistent met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. Een praktijk kan ook deze tegemoetkoming krijgen voor het managen van een zelfstandige praktijkverpleegkundige in vast samenwerkingsverband. 

Hoeveel bedragen de premies?

De tegemoetkoming voor infrastructuur bedraagt minimaal 5000 euro en maximaal 7500 euro, afhankelijk van het aantal ingediende aanvragen. De tegemoetkoming voor praktijkmanagement bedraagt minimaal 3796 euro.

De tegemoetkoming kan worden toegekend aan elke praktijkvorm. Dit wil zeggen solopraktijken, geregistreerde groeperingen, new deal-praktijken (met minder dan 1000 GMD’s) en medische huizen. Deze premie mag niet gecumuleerd worden met andere gelijkaardige financiële overheidssteun voor opleidings-, werkings- en infrastructuurkosten (bijvoorbeeld VIPA, sociale maribel, Association de santé intégrée, Fonds Feder,…). De Impulseo-financiering vanuit Vlaanderen dekt de loonkost van medewerkers en kan dus wel gecumuleerd worden.

Wat vindt AADM van dit akkoord?

Er is een duidelijke vraag om te kunnen samenwerken met zorgondersteunend personeel, maar niet elke praktijk kan deze stap zetten. De initiële investering (het voorzien van ruimte, materiaal en tijd) is hiervoor vaak te hoog. Vooral bij kleinere praktijken stelt zich dit probleem. Nieuwe artsen kiezen ook eerder voor praktijken die al ondersteund zijn, waardoor deze kleinere praktijken telkens uit de boot vallen.
Met deze nieuwe infrastructuurpremie wil AADM deze cirkel te doorbreken.

Hiernaast vindt AADM het ook belangrijk dat de pioniers niet vergeten worden. Dit zijn de praktijken die in het verleden de stap naar zorgondersteuning al gezet hebben.

Sofie Croenen
Manager expertise

Toekenningsvoorwaarden en procedure

De gemeenschappelijke toekenningsvoorwaarden zijn de volgende:

  • Beschikken over een minimum activiteitsdrempel van ten minste 500 GMD’s en over een minimumbedrag van 25.000 EUR aan terugbetalingen van huisartsgeneeskundige verstrekkingen. De jonge individuele artsen zijn vrijgesteld van deze voorwaarde zolang zij minder dan vijf jaar beschikken over een RIZIV-nummer van erkend huisarts.
  • De arbeids- of samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten voor onbepaalde tijd.
  • De tewerkstelling of de samenwerking moet ten minste 13 uur per week bedragen.

De specifieke toekenningsvoorwaarden voor de tegemoetkoming voor infrastructuur zijn de volgende:

  • Eénmalig per ondernemingsnummer en per adres van tewerkstelling of samenwerking
  • Er was geen arbeidsovereenkomst of samenwerkingsovereenkomst in de tien jaar voorafgaand aan het premiejaar
  • De arbeids- of samenwerkingsovereenkomst neemt een aanvang:
    • tussen 1 januari 2024 en 31 augustus 2024 voor het premiejaar 2024
    • tussen 1 september 2024 en 31 augustus 2025 voor het premiejaar 2025
    • tussen 1 september van het jaar voorafgaand aan het premiejaar en 31 augustus van het premiejaar, vanaf het premiejaar 2026.

De aanvraag voor de tegemoetkoming voor infrastructuur dient voor elk premiejaar te worden ingediend tussen 1 juni en 31 augustus op een template die door het RIZIV zal worden uitgewerkt en die op de website zal worden geplaatst. 
De betaling zal gebeuren voor het einde van het premiejaar.

De specifieke toekenningsvoorwaarden voor de tegemoetkoming voor praktijkmanagement zijn de volgende:

  • Jaarlijks per ondernemingsnummer en per adres van tewerkstelling of samenwerking
  • De arbeids- of samenwerkingsovereenkomst dekt een periode tussen 1 januari en 31 december van het premiejaar.

De aanvraag voor de tegemoetkoming voor praktijkmanagement dient voor elk premiejaar te worden ingediend tussen 1 oktober en 31 december op een template die door het RIZIV zal worden uitgewerkt en die op de website zal worden geplaatst.
De betaling zal gebeuren voor 31 maart van het jaar volgend op het premiejaar.