Comité Bio-ethiek vooral bezig met Covid-19

12 mei 2022

Uit het jaarverslag 2021 dat het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek deze week voorstelde, blijkt dat de aandacht vorig jaar vaak ging naar vragen gerelateerd aan Covid-19. Maar ook andere ethische thema’s kwamen aan bod. 

Vier adviezen die het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek vorig jaar uitbracht, hebben rechtstreeks verband met de coronapandemie. In deze adviezen ging het comité dieper in op de ethische en maatschappelijke overwegingen bij het invoeren van een coronapas en andere overgangsmaatregelen om vrijheidsbeperkingen af te bouwen, op de gelijke behandeling en de autonomie van bewoners van woonzorgcentra in de context van de Covid-19-pandemie, op de ethische uitdagingen van een verplichte vaccinatie van de volwassen bevolking en op de vaccinatie tegen Covid-19 bij kinderen tussen vijf en elf jaar. 

Andere onderwerpen waarover het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek een advies verstrekte, zijn het toepassingsbereik van de voorafgaande wilsverklaring inzake euthanasie, de wenselijkheid van het meedelen van numerieke afwijkingen van de geslachtschromosomen gedetecteerd door niet-invasieve prenatale tests en nieuwe vormen van lijkbezorging. 

Een thema dat de komen de jaren verdere bespreking door het comité vereist, is het toepassingsbereik van de voorafgaande wilsverklaring inzake euthanasie, een vraag gesteld door de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Door de coronapandemie schortte de beperkte commissie Euthanasie die zich hierover buigt haar werkzaamheden op en beperkte ze zich tot een briefadvies. Het is de bedoeling dat de beperkte commissie zich verder zal buigen over de ethische vragen die zich in de praktijk stellen.  

De beperkte commissie bestudeert tevens de ethische implicaties van een eventuele uitbreiding van die voorafgaande wilsverklaring tot personen die lijden aan een ziekte of aandoening die hen plots of geleidelijk berooft van hun wilsbekwaamheid, waarbij ze echter niet verkeren in een onomkeerbare toestand van niet meer bij bewustzijn zijn, zoals vereist door de huidige wet. Het gaat dan over personen die lijden aan een neuro-evolutieve aandoening (Alzheimer, Chorea Huntington, Parkinson…) of door een ongeval een hersenletsel hebben opgelopen, steeds in de hypothese dat zij een dergelijke wilsverklaring hebben afgelegd vóór het intreden van de fase van de ziekte of het oplopen van het letsel waarbij zij hun wilsbekwaamheid verliezen. Dezelfde commissie bereidt momenteel ook een advies voor over orgaandonatie na euthanasie. 

Filip Ceulemans