Maandag 12 december keurde de Nationale Commissie Artsen – Ziekenfondsen (NCAZ of medicomut) de verdeling voor de indexmassa 2023 bij de artsen goed. De totale indexmassa bedraagt 820 miljoen euro. In het conventieakkoord 2022-2023 werd beslist om ongeveer 98 miljoen euro van deze massa te besteden aan engagementen uit het akkoord. Mede onder impuls van de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) gaat er ongeveer 54 miljoen van deze 98 miljoen specifiek naar maatregelen ten voordele van de huisartsen. De overige beschikbare massa (= ongeveer 720 miljoen) wordt lineair verdeeld over de verschillende verstrekkingen.
Vorig jaar sloot de NCAZ een conventieakkoord voor 2022-2023. In het akkoord werden enkele toekomstgerichte initiatieven geformuleerd. Dankzij de beslissing om 98 miljoen euro van de indexmassa te voorzien om deze initiatieven te financieren, kunnen deze nu in 2023 effectief uitgerold worden.
Budget voor de huisartsen
Specifiek voor de huisartsgeneeskunde is ongeveer 54 miljoen euro voorzien voor de volgende initiatieven:
- 16,5 miljoen voor de versterking van de huisartsenpraktijk door een verpleegkundige
- 4 miljoen voor een GMD-starterpremie voor jonge huisartsen
- 33,5 miljoen voor de herwaardering van de raadplegingen voor geaccrediteerde huisartsen naar 30 euro
Budget voor de specialisten
Specifiek voor de specialisten is ongeveer 44 miljoen euro voorzien voor de volgende initiatieven:
- Herwaardering van een aantal raadplegingen bij specialisten met 1€
- Herwaardering anesthesie K51
- Chronische nierinsufficiëntie
- Interventionele radiologie: uitwerken adequate financiering
- Klinische infectiologie
- Medische microbiologie
Bijkomende initiatieven
Daarnaast is 9 miljoen euro voorzien specifiek voor een aantal kleinere nomenclatuurwijzigingen. Deze zal de Technische Geneeskundige Raad verder uitwerken.
Ten slotte voorziet het financieel akkoord een eenmalige impuls, zoals gevraagd door Wachtposten Vlaanderen en Domus Medica, van ongeveer 1 miljoen euro voor de indexatie van het personeel en energiekosten van de wachtposten voor 2022.
Na de bestemming van deze projecten is er nog een beschikbare index van 7,11% index (= 720 miljoen euro). Deze massa zal lineair verdeeld worden over de verschillende verstrekkingen. De zorgtrajecten worden met 8,14% geïndexeerd. Deze indexatie wordt berekend op de honoraria van 01/01/2023, gezien de lineaire indexatie van 2% in juni een voorafname was. Concreet betekent dit het volgende:
Verstrekking | Oud (01/01/2022) | Vanaf 01/01/2023 |
---|---|---|
Raadpleging (101076) | € 27,25 | € 30 |
Huisbezoek (103132) | € 40,32 | € 43,18 |
GMD (101496) | € 32,32 | € 34,61 |
AADM heeft voortrekkersrol
Dr. Roel Van Giel, voorzitter Domus Medica: “AADM zorgde opnieuw voor elementen richting de huisartsengeneeskunde. Reeds jaren streven de artsensyndicaten naar een herwaardering van de raadpleging naar 30 euro. Dankzij de indexmarge lukt het dit jaar. Daarnaast voorzien we een echte oplossing voor het beheer van het GMD door startende huisartsen. Voor AADM was de versterking van de huisartsenpraktijk een groot strijdpunt. Deze financiële startimpuls is voor AADM echter een startpunt. De komende jaren moet dit budget duidelijk verder aangroeien.”
Ondanks de duidelijke progressie in de opwaardering van de eerstelijnszorg, plaatst AADM ook kanttekeningen bij dit akkoord. Er is maar 16 miljoen euro voorzien voor de versterking van de huisartsenpraktijk. In 2023 zal de NCAZ de modaliteiten hiervoor uitwerken. AADM betreurt dit beperkte bedrag omdat AADM een duidelijk financieel voorstel neerlegde met betrekking tot dit project. Dankzij ons voorstel kon een praktijkverpleegkundige voltijds gefinancierd aan de slag in een huisartsenpraktijk. Jammer genoeg volgden de andere partners ons niet in dit verhaal.
Dr. Dieter Vercammen, voorzitter Artsenbelang: “Dit akkoord over de verdeling van de indexmarge in 2023 keurt AADM mee goed. Toch mogen we de andere genomen engagementen niet uit het oog verliezen. Een hervorming van de nomenclatuur, ziekenhuisfinanciering en uitwerking van de New Deal zijn minstens even broodnodig. Het is essentieel dat iedereen zijn engagementen in verband met deze nodige hervormingen ook nakomt. Enkel door actoren (artsen, ziekenhuisbeheerders, overheid, andere zorgverleners en patiëntenverenigingen) die in alle vertrouwen en met een open blik op de toekomst het fundamentele debat willen aangaan, kunnen we onze gezondheidszorg vrijwaren van de afgrond en een gezondheidszorg uitbouwen die ons ook de volgende 40 jaar een performant gezondheidszorgsysteem biedt.”
Naast de verdeling van de index moeten in de loop van 2023 nog beslissingen worden genomen op het vlak van doelmatige zorg en de verdeling van een structurele kostencompensatie voor volledig geconventioneerde zorgverleners. Ook deze zal AADM opvolgen en pleiten voor verdere opwaardering van de eerstelijnszorg.