Inhoudstafel:
Richtlijn
De partiële herziening (2024) van de richtlijn chronisch hartfalen is beschikbaar.
- De verkorte versie kan u hieronder raadplegen:
-
- De volledige versie van deze richtlijn is beschikbaar via de website van WOREL (Werkgroep Ontwikkeling Richtlijnen Eerste Lijn).
Richtlijnen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en bieden een houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de eerste lijn. Zij vatten voor de zorgverlener in de eerste lijn samen wat voor de gemiddelde patiënt het beste beleid is.
Deze partiële herziening focust op:
- de behandeling van patiënten met chronisch hartfalen (medicamenteus en niet-medicamenteus)
- de multidisciplinaire revalidatie en opvolging van patiënten met chronisch hartfalen (inclusief type hartrevalidatie)
- de verwijzing van patiënten met chronisch hartfalen en opstart van palliatieve zorg
Specifieke klinische vragen die in deze richtlijn aan bod komen zijn:
- Hoe gebeuren de diagnose en de oppuntstelling van hartfalen?
- Welke zelfmanagementondersteuning en zelfzorgondersteuning is aanbevolen bij patiënten met chronisch hartfalen?
- Welke medicamenteuze behandeling is (niet) aanbevolen bij patiënten met chronisch hartfalen?
- Welke opvolging is aanbevolen bij patiënten met chronisch hartfalen na de opstart van de medicatie?
- Welke opvolging en behandeling zijn aanbevolen bij patiënten met ijzerdeficiëntie met en zonder anemie?
- Welke multidisciplinaire zorg is aanbevolen bij patiënten met chronisch hartfalen?
- Welke (hart)revalidatie is aanbevolen bij patiënten met chronisch hartfalen?
- Wanneer is verwijzing en palliatieve zorg van patiënten met chronisch hartfalen aanbevolen?
Voor de aanbevelingen verwijzen we naar de richtlijn zelf (zie hoger).
Definities
Alle onderstaande definities komen uit de vernieuwde richtlijn.
Asymptomatische linkerventrikeldisfunctie:
Hartfalen moet worden onderscheiden van asymptomatische linkerventrikeldisfunctie, die een subklinische voorloper is van hartfalen. Zo kunnen patiënten na een hartinfarct linkerventrikeldisfunctie vertonen, zonder tekenen of symptomen van hartfalen.
Echocardiografie:
Onder echocardiografie worden verschillende ultrasone hartonderzoeken begrepen: pulserende en continue golf Doppler, kleuren Doppler en Tissue Doppler Imaging (TDI). Echocardiografie wordt in alle recente richtlijnen beschreven als het meest nuttige diagnostische onderzoek om patiënten met hartfalen te evalueren. Hiermee kan worden nagegaan of de linkerventrikelejectiefractie bewaard of gedaald is, of de structuur van het linkerventrikel normaal of abnormaal is, en of andere structurele afwijkingen aanwezig zijn (klep, pericard, ventrikel).
‘Foundational therapy’ en ‘rapid sequencing’:
De term ‘Foundational therapy’ verwijst naar de belangrijkste levensreddende medicamenteuze aanpak die de basis vormt van de behandeling van patiënten met HFrEF.
Rapid sequencing’ is het opstarten en optitreren van de ‘foundational therapy’ binnen 4 weken.
Een Nederlandse vertaling van deze termen is nog niet ingeburgerd. Daarom gebruiken we doorheen de richtlijn deze Engelstalige termen.
Indeling van hartfalen volgens ejectiefractie:
Conform internationale consensus deelt men hartfalen onder in 3 categorieën, nl. volgens de ejectiefractie:
- HFpEF: hartfalen met bewaarde ejectiefractie (preserved EF - EF≥50%);
- HFmrEF: hartfalen met licht verminderde ejectiefractie (mildly reduced EF – EF tussen 41-49%);
- HFrEF: hartfalen met verminderde ejectiefractie (reduced EF - EF≤40%).
Dit onderscheid is belangrijk omdat het de therapiekeuze bepaalt. Gehospitaliseerde patiënten met chronisch hartfalen blijken in 50 tot 60% van de gevallen een verminderde ejectiefractie te hebben. In de eerste lijn ligt dat aantal lager, vermoedelijk rond de 20%. Hartfalen met bewaarde ejectiefractie komt meer voor bij de oudere populatie met hartfalen en dus ook in de eerste lijn.
Natriuretische peptiden:
Natriuretische peptiden worden aangemaakt in het hart en komen bij toenemende wandspanning in de bloedsomloop terecht. In de klinische praktijk worden natriuretische peptiden (BNP en NTproBNP) gebruikt in de diagnostiek van hartfalen. De waarde van de bepaling van natriuretische peptiden, die in België nog steeds niet wordt terugbetaald, werd in onderzoek gevalideerd.
The New York Heart Association Classification (NYHA-klassen):
De ernst van de symptomen van hartfalen kunnen worden beoordeeld aan de hand van scores. De meest gebruikte score in België voor hartfalen is die van de New York Heart Association (NYHA). De NYHA-klassen kunnen nuttig zijn om de behandeling aan te sturen. Er zijn 4 klassen:
- NYHA I: geen beperking van het inspanningsvermogen: normale lichaamsbeweging veroorzaakt geen overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspneu.
- NYHA II: enige beperking van het inspanningsvermogen: in rust zijn er geen klachten, maar normale fysieke inspanning veroorzaakt overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspneu.
- NYHA III: ernstige beperking van het inspanningsvermogen: in rust zijn er geen of weinig klachten, maar lichte fysieke inspanning veroorzaakt overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspneu.
- NYHA IV: geen enkele lichamelijke inspanning mogelijk zonder klachten en zelfs in rust kunnen klachten aanwezig zijn.
Zelfzorg en zelfmanagement:
Zelfzorg en zelfmanagement zijn niet dezelfde concepten:
- Zelfzorg is het vermogen van patiënten om dankzij bewustheid, zelfcontrole en zelfredzaamheid voor zichzelf te zorgen met als doel een optimale gezondheid en welzijn te bereiken, te behouden of te bevorderen. Bij zelfzorg staat de zorg van de individu voor de eigen gezondheid in het algemeen op de voorgrond.
- Zelfmanagement is de actieve deelname van patiënten aan de dagelijkse verzorging van de symptomen van hun aandoening(en) en aan hun medische behandelingen, alsook het behoud van de algemene gezondheid en het voorkomen van de progressie van hun aandoening(en). Bij zelfmanagement staat het zelf toepassen en soms aanpassen van de door zorgverleners aanbevolen behandelingen centraal.
Beide concepten zijn essentieel in de holistische aanpak van chronische aandoeningen zoals chronisch hartfalen.
Educatiemateriaal
In samenwerking met UAntwerpen, Thomas More, Heartsconnect, Wit Gele kruis en Domus Medica werd educatiemateriaal voor de patiënt en de zorgverlener ontworpen dat de implementatie van de richtlijn ondersteunt.
Voor de patiënt: (nog in opmaak)
- een informatieboek, de digitale versie kan u hier terugvinden
- een dagboek, de digitale versie kan u hier terugvinden
Voor de zorgverlener: (nog in opmaak)
- een draaiboek dat als visuele atlas/hulpmiddel kan dienen voor het geven van informatie aan de patiënt, de digitale versie kan u hier terugvinden
MFO hartfalen
Lokaal een Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) organiseren is een goede manier om de samenwerking tussen huisarts en apotheker te verbeteren. Er is een MFO pakket rond het optimaliseren van de behandeling bij hartfalen uitgewerkt, deze kan u hier terugvinden.
Daarnaast is er binnen het MFO een e-learning ontwikkeld voor huisartsen en apothekers rond de behandeling van hartfalen. Deze is toegankelijk via deze link.
Relevante websites
- Op hartfalen.be vindt u nog meer informatie en praktijkinstrumenten, ook voor andere zorgdisciplines