Downloads & implementatiemateriaal
Samenvatting van de richtlijn
HOE WORDT DIAGNOSE VAN SCABIES GESTELD?
Zekerheidsdiagnose
Stel de zekerheidsdiagnose van scabiës bij een patiënt door scabiësmijten te visualiseren met een dermatoscoop.
Waarschijnlijkheidsdiagnose
Stel de klinische waarschijnlijkheidsdiagnose van scabiës bij een patiënt met minstens één van volgende kenmerken:
- Scabiës-gangetjes
- Typische letsels ter hoogte van de mannelijke genitaliën
- Typische letsels op typische plaatsen met jeukklachten én wanneer deze patiënt een nauw contact is van een individu met jeukklachten of typische letsels op typische plaatsen
Vermoed scabiës bij een patiënt met:
Typische letsels op typische plaatsen en jeukklachten
- Typische letsels op typische plaatsen en wanneer deze patiënt een nauw contact is van een individu met jeukklachten of typische letsels op typische plaatsen
- Atypische letsels of letsels op atypische plaatsen met jeukklachten én wanneer deze patiënt een nauw contact is van een individu met jeukklachten of typische letsels op typische plaatsen
WELKE INTERVENTIES ZIJN AANBEVOLEN VOOR DE BEHANDELING VAN SCABIES?
Hygiënische maatregelen
- Informeer de patiënt dat de schurftmijt maximaal 3 dagen (72u) kan overleven zonder contact met de huid en gedood wordt door minstens 35 minuten blootstelling aan minstens 50°C.
Adviseer de patiënt om onderstaande hygiënische maatregelen toe te passen met als doel de schurftmijt in de omgeving te doden om verdere verspreiding te voorkomen:
- Vermijd rechtstreeks huidcontact met mogelijk besmet materiaal (*) gedurende 3 dagen (72u).
- Was mogelijk besmet materiaal (*) gedurende minstens 35 minuten op minstens 50°C.
(*) mogelijk besmet materiaal = alle stoffen materiaal dat gedurende 3 dagen voor de start van de behandeling met de huid in contact kwam.
- Adviseer de patiënt om de hygiënische maatregelen toe te passen:
- vlak voor de start van élke medicamenteuze behandeling
- na afloop van élke medicamenteuze behandeling
Behandelbeleid
volwassenen en kinderen > 15 kg lichaamsgewicht
- Behandel kinderen > 15 kg lichaamsgewicht en volwassenen met één van volgende evenwaardige geneesmiddelen in functie van de setting, de contra-indicaties, de voorkeur van de patiënt en eventueel falen van een eerdere behandeling:
- permethrine 5% (lokaal)
- benzylbenzoaat 25% (lokaal)
- ivermectine 0,2 mg/kg lichaamsgewicht (oraal)
- ivermectine 1% (lokaal)
Adviseer behandeling met ivermectine oraal (0,2 mg/kg lichaamsgewicht) bij patiënten (> 15 kg lichaamsgewicht):
- in kwetsbare situaties
- met uitgebreide letsels
- die in een instelling verblijven
indien correcte uitvoering van een topische behandeling niet mogelijk of niet realistisch is, tenzij oraal ivermectine gecontraïndiceerd is.
- Benadruk dat hygiënische maatregelen van toepassing blijven ondanks orale therapie.
kinderen ≤ 15 kg lichaamsgewicht en > 2 maanden
- Behandel kinderen ≤ 15 kg lichaamsgewicht en > 2 maanden met één van volgende evenwaardige geneesmiddelen in functie van de setting, de contra-indicaties, de voorkeur van de patiënt en eventueel falen van een eerdere behandeling:
- permethrine 5% (lokaal)
- benzylbenzoaat 25% (lokaal)
- Behandel kinderen ≤ 15 kg lichaamsgewicht en > 2 maanden niet met ivermectine omdat de veiligheid niet is aangetoond. Behandelbeleid kinderen ≤ 15 kg lichaamsgewicht en > 2 maanden.
kinderen ≤ 2 maanden
- Behandel kinderen ≤ 2 maanden met benzylbenzoaat 25% (lokaal) omdat andere behandelopties tegenaangewezen zijn.
- Overleg met de dermatoloog indien benzylbenzoaat 25% (lokaal) gecontraïndiceerd is bij kinderen ≤ 2 maanden.
Posologie
Schrijf de patiënt een lokale behandeling met permethrine 5% voor met een minimale applicatieduur van 12u. Adviseer de patiënt om de behandeling op dag 8 te herhalen.
Schrijf de patiënt een lokale behandeling met benzylbenzoaat 25% voor met een minimale applicatieduur van 24u gedurende 3 opeenvolgende dagen.
- Schrijf de patiënt een orale behandeling met ivermectine voor die bestaat uit een dosis van 0,2 mg/kg lichaamsgewicht in te nemen op dag 1 én dag 8.
- Schrijf de patiënt een lokale behandeling met ivermectine 1% voor met een minimale applicatieduur van 8u aan te brengen. Adviseer om de behandeling op dag 8 te herhalen.
Begeleiding van de patiënt (algemeen)
- Benadruk het belang van strikte toepassing van zowel de hygiënische maatregelen als de behandeling.
- Ga na of de patiënt ondersteuning nodig heeft bij de juiste uitvoering van de hygiënische maatregelen en/of de behandeling.
- Geef de patiënt gepaste uitleg over de ziekte en de behandeling (hygiëne + medicatie).
Opvolging en symptoomcontrole
- Voorzie ten vroegste 2 weken na de start van de behandeling (vanaf dag 15 of later) een opvolgcontact (telefonisch, consultatie) met de patiënt om je te verzekeren van de doeltreffendheid van de behandeling op basis van de evolutie van de jeukklachten.
Therapiefalen en herbesmetting
- Probeer, bij ondoeltreffendheid van de initiële behandeling, de oorzaak van therapiefalen of herbesmetting te achterhalen.
- Herbehandel de patiënt, bij ondoeltreffendheid van de initiële behandeling.
- Baseer de keuze voor de behandeling met hetzelfde geneesmiddel of overschakeling naar een ander geneesmiddel op basis van de mogelijke oorzaak van therapiefalen of herbesmetting, de setting, de contra-indicaties en de voorkeur van de patiënt.
- Voorzie, bij ondoeltreffendheid van de initiële behandeling, extra begeleiding voor correct uitvoeren van de hygiënische maatregelen en lokale behandeling (indien van toepassing), zo mogelijk afgestemd op de oorzaak van therapiefalen of herbesmetting.
Scabiës crustosa
- Verwijs patiënten met scabiës crustosa (norvegica) door naar de dermatoloog na voorafgaand overleg.
WELKE INTERVENTIES ZIJN AANBEVOLEN VOOR PREVENTIE VAN VERDERE VERSPREIDING VAN SCABIES?
Nauwe contacten
Ambulante sector
Identificeer samen met de patiënt wie de nauwe contacten zijn. Dit zijn:
- Huisgenoten
- Niet-samenwonende sekspartners
Alle huisgenoten en sekspartners in een periode van 6 weken voor het begin van de klachten tot op heden worden beschouwd als nauw contact indien het gaat over een patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
- Beoordeel daarenboven op basis van de specifieke situatie of en welke andere personen nog extra tot de nauwe contacten behoren, op basis van specifieke omstandigheden en risico (minstens 15 min direct huidcontact, éénmalig of cumulatief) gedurende de periode van 6 weken voor het begin van de klachten bij de patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
- Adviseer de patiënt om de nauwe contacten te verwittigen en hen te vragen om contact op te nemen met de huisarts voor opstart van de hygiënische maatregelen en medicamenteuze behandeling van scabiës.
Residentiële sector
Identificeer in de residentiële sector volgende personen als nauwe contacten:
- zorgverleners nauw betrokken bij de verzorging van de patiënt met scabiës
- mede-bewoners van éénzelfde afdeling als de patiënt met scabiës indien het gaat om een collectieve uitbraak (2 of meer patiënten met scabiës)
Al deze zorgverleners en mede-bewoners in een periode van 6 weken voor het begin van de klachten tot op heden worden beschouwd als nauw contact indien het gaat over een patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
- Beoordeel op basis van de specifieke situatie of en welke andere personen tot de nauwe contacten behoren op basis van het risico (minstens 15 min direct huidcontact, éénmalig of cumulatief) gedurende de periode van 6 weken voor het begin van de klachten bij de patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
Kinderopvang en onderwijs
Identificeer in de kinderopvang, kleuterschool en vergelijkbare vormen van opvang en buitengewoon onderwijs volgende personen als nauwe contacten:
- personeel nauw betrokken bij de verzorging van de patiënt met scabiës
- personen in dezelfde leefgroep of klasverband als de patiënt met scabiës indien het gaat om een collectieve uitbraak (2 of meer patiënten met scabiës).
Al deze personen in een periode van 6 weken voor het begin van de klachten tot op heden worden beschouwd als nauw contact indien het gaat over een patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
Identificeer in het lager, secundair en hoger onderwijs volgende personen als nauwe contacten:
- personeel betrokken bij de opleiding van de patiënt met scabiës
- mede-leerlingen van de patiënt met scabiës
op voorwaarde dat er minstens 15 min direct huidcontact (éénmalig of cumulatief) plaatsvond gedurende de periode van 6 weken voor het begin van de klachten bij een patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
- Beoordeel op basis van de specifieke situatie of en welke andere personen tot de nauwe contacten behoren op basis van het risico (minstens 15 min direct huidcontact, éénmalig of cumulatief) gedurende de periode van 6 weken voor het begin van de klachten bij een patiënt die een eerste scabiësinfectie doormaakt. Bij een vervolginfectie bedraagt de periode maximaal 1 week.
Hygiënische maatregelen
- Pas voor nauwe contacten dezelfde hygiënische maatregelen toe als voor de patiënt met scabiës.
- Bespreek de mogelijke voor- en nadelen van de toepassing van de hygiënische maatregelen voor de huisgenoten van de nauwe contacten, indien van toepassing.
- Vermijd direct huidcontact met zowel de patiënt met scabiës als de nauwe contacten van de patiënt met scabiës tot de medicamenteuze behandeling voltooid is.
Medicamenteuze behandeling
- Behandel nauwe contacten, in het bijzonder deze die blijvend in contact staan, gelijktijdig als de indexpatiënt.
- Bespreek de mogelijke voor- en nadelen van de gelijktijdige behandeling van de huisgenoten van de nauwe contacten, indien van toepassing.
- Bepaal de behandelkeuze voor elk nauw contact (en eventuele huisgenoten) in functie van de setting, de contra-indicaties en de voorkeur van de patiënt.
- Behandel enkel alle personen wonend en werkend in een instelling wanneer een gecoördineerde aanpak van specifieke clusters niet mogelijk is.
Wering
- Bepaal of wering moet toegepast worden voor de patiënt met scabiës indien rechtstreeks intensief huidcontact niet vermeden kan worden vanaf het moment van diagnose tot na afloop van de eerste behandeling.
- Bespreek of wering van nauwe contacten van de patiënt met scabiës zinvol is indien rechtstreeks intensief huidcontact niet vermeden kan worden vanaf het moment van diagnose tot na afloop van de eerste behandeling.
- Adviseer de patiënt met scabiës en de nauwe contacten om beschermende kledij te dragen tijdens de periode tussen de behandeling op dag 1 en dag 8 indien rechtstreeks huidcontact niet vermeden kan worden.