Onafhankelijke Ziekenfondsen: “Weinig diagnoses van depressie bij jongeren”

Hoewel het aantal adolescenten dat antidepressiva gebruikt toeneemt, stellen de Onafhankelijke Ziekenfondsen toch vast dat hun aantal laag blijft. In bijna de helft van de gevallen is de huisarts de eerste voorschrijver van de medicatie. 

Depressie wordt weinig gediagnosticeerd bij adolescenten. Misschien zelfs te weinig, stellen de Onafhankelijke Ziekenfondsen vast in een studie die ze deze week publiceren. Volgens de studie zou dat te wijten zijn aan de stemmingswisselingen en prikkelbaarheid die eigen zijn aan die leeftijd. “De prevalentie van depressies bij adolescenten is daardoor moeilijk vast te stellen en varieert van studie tot studie. Naar schatting zou 4 tot 19 procent van de jongeren lijden aan een depressie.” Bij de leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen gebruikt 1,1% van de adolescenten (12- tot 18-jarigen) antidepressiva. Bij de meisjes (1,4%) ligt het dubbel zo hoog als bij de jongens (0,7%). Het gebruik van antidepressiva neemt toe naargelang de leeftijd stijgt. Eén op 200 van de 12- tot 14-jarigen neemt antidepressiva, bij de 17- en 18-jarigen is dat één op 50. 

De vaakst voorgeschreven moleculen bij adolescenten zijn Sertaline, Escitalopram en Trazodone. Samen zijn ze goed voor 60% van de voorschriften. Uit de gegevens van de Onafhankelijke Ziekenfondsen blijkt verder dat ze vaak te kortstondig worden voorgeschreven. 62% van de adolescenten gebruikte in 2020 gedurende minder dan zes maanden antidepressiva, terwijl de Wereldgezondheidsorganisatie een gebruik van zes tot negen maanden aanbeveelt. Eén op de vier gebruikt de antidepressiva zelfs minder dan een maand. Wanneer een adolescent voor het eerst een antidepressivum krijgt voorgeschreven, gebeurt dat het vaakst door een huisarts (45%), op de voet gevolgd door psychiaters (42%). Het aandeel van neurologen (6,7%) en kinderartsen (2,6%) is beduidend geringer.  

Om depressieve stoornissen bij jongeren aan te pakken, raden de Onafhankelijke Ziekenfondsen aan meer in te zetten op preventie. “Psycho-educatie moet deel uitmaken van een algemeen zorgproces waarbij informatie wordt verstrekt aan 12- tot 18-jarigen over preventie, geestelijke gezondheidsproblemen en de behandeling daarvan. Verschillende studies pleiten voor de invoering van cursussen over geestelijke gezondheid om de vaardigheden van adolescenten te verbeteren. In deze cursussen leren adolescenten hoe ze een goede geestelijke gezondheid kunnen bevorderen en raken ze vertrouwd met veel voorkomende psychische stoornissen en de mogelijke behandelingen. De cursussen kunnen ook stigmatisering aanpakken en adolescenten informeren over de mogelijke hulpmiddelen. Met een digitale versie (apps, specifieke websites, campagnes op sociale media) van deze psycho-educatieve acties kan de doelgroep ook buiten de schoolmuren makkelijker worden bereikt.”  

Voorts benadrukken de Onafhankelijke Ziekenfondsen het belang van psychotherapie of counseling omdat het de veiligste manier is om depressie bij jongeren te behandelen. “Uiteraard bestaan er uitzonderingen waarbij een behandeling met geneesmiddelen onmiddellijk nodig is. Maar uit onze studie blijkt dat er redelijk weinig een beroep gedaan wordt op psychotherapie of counseling.” 

Filip Ceulemans