Het rapport De Sociale Kaart en de eerste lijn, opgesteld door het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL), biedt een grondige analyse van de werking en het gebruik van de Vlaamse Sociale Kaart binnen de eerstelijnszorg. Op basis van bevragingen bij beroepsgroepen, zorgraden en koepelorganisaties, en door vergelijking met andere sociale kaarten zoals Sociaal.brussels, Born in Belgium en ProGezondheid, worden knelpunten en verbeterkansen in kaart gebracht.
Uit het onderzoek blijkt dat er nood is aan een kwalitatief overzicht van zorgaanbieders, en dat de actualiteit en volledigheid van de gegevens van de Sociale Kaart vaak tekortschieten. Vooral contactgegevens, specialisaties en informatie over patiëntenstop worden als cruciaal ervaren, maar zijn niet altijd beschikbaar of up-to-date. De zoekfunctie van de kaart wordt als weinig gebruiksvriendelijk beoordeeld, met onverwachte resultaten die de bruikbaarheid beperken.
Een centrale aanbeveling is om de Vlaamse Sociale Kaart beter te koppelen aan bestaande databronnen, zoals het federale kadaster van zorgverleners via ProGezondheid. Dit zou de actualiteit en volledigheid van gegevens aanzienlijk kunnen verbeteren. Daarnaast pleiten de auteurs voor het gebruik van gestandaardiseerde tags en keuzelijsten om specialisaties en doelgroepen van zorgaanbieders duidelijker te ontsluiten. Dit maakt het zoeken naar gepaste hulp eenvoudiger en relevanter voor zowel hulpverleners als burgers.
Verder wordt voorgesteld om lokale sociale kaarten per eerstelijnszone te ontwikkelen, afgestemd op de noden van de regio. Deze kaarten kunnen vraaggestuurd en thematisch opgebouwd worden. Om dit te ondersteunen, is er nood aan een gebruikersgroep die feedback verzamelt, duidelijke communicatie over het gebruik van de kaart, en technische ondersteuning bij het hergebruik van gegevens in andere toepassingen. Structurele samenwerking met softwareleveranciers is daarbij essentieel om integratie in de dagelijkse praktijk mogelijk te maken.
Wim Torbeyns