Hygiëne in de huisartsenpraktijk om infectiekiemen buiten te houden

Op 22 maart 2023 besliste de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid (IMC) om de aanbevelingen over het dragen van mondmaskers in de zorgsector te verbinden met drie niveaus van de epidemiologische situatie voor alle respiratoire ziektes. Door een meer uniform en duurzaam systeem op te stellen wil de IMC een antwoord bieden aan de richtlijnmoeheid van de zorgsector. 

Drie niveaus  

Het peilnetwerk van Sciensano monitort wekelijks het aantal griepachtige contacten (Influenza Like Ilnesses). Deze worden dan berekend per 100 000 consulten bij de huisarts. Samen met de registratie van contacten voor infectieuze problematiek in de huisartsenwachtposten geeft dat een betrouwbaar beeld van de heersende viruscirculatie in de samenleving. 

De Risk Assessment Group (RAG) analyseert het risico voor de bevolking op basis van epidemiologische en wetenschappelijke gegevens. Op basis van het advies van de RAG beslist de Risk Management Group (RMG) welke maatregelen nodig zijn. De RAG komt wekelijks op woensdag samen en bepaalt de graad van de noodzakelijke beschermende maatregelen.  

Naast de registratie van griepachtige ziektes in het peilnetwerk, houdt de RAG ook rekening met hospitalisaties en de bezetting van IC-bedden. Er zijn 3 niveaus van beschermende maatregelen. Niveau 1 (<128 griepachtige contacten per 100 000 consulten) is de laagste viruscirculatie en eigenlijk de basisroutine van infectieveilig werken. Niveau 3 (>783 griepachtige contacten per 100 000 consulten) nodigt uit om de meest intensieve beveiligingsmaatregelen te nemen waarbij een huisartsenpraktijk (veilig) kan blijven functioneren. Niveau 2 zit tussen beide niveaus in. 

Nu in niveau 2 

Volgens de recentste Epidemiologische update van de RAG waren er 300 griepachtige contacten per 100 000 consulten in week 9. Dat betekent dat we onze maatregelen moeten afstemmen op niveau 2. 

Pragmatische aanpak in de huisartsenpraktijk 

Tijdens de covid-pandemie heeft Domus Medica al adviezen over goede hygiëne in de huisartsenpraktijk verspreid. Ook nu maken we van de gelegenheid gebruik om enkele pragmatische en duurzame vuistregels voor te stellen gebaseerd op de IMC aanbevelingen.  

Vertrekpunt zijn uiteraard de aanbevelingen over het dragen van mondmaskers van de IMC. Om een vlotte en aangename praktijkvoering mogelijk te maken, wordt het dragen van een mondmasker voorbehouden voor mogelijk risicovolle situaties voor patiënten of praktijkmedewerkers.  

Het op- en afzetten van een masker kan besmetting van de handen geven. Handontsmetting voor het opzetten en na het afnemen van het mondmasker is op zijn plaats. 

Net als in andere sectoren binnen de gezondheidszorg is het permanent handhaven van een goede ventilatie relevant voor alle praktijken (elk uur verversing van de lucht in de praktijk) en tijdig verluchten: openzetten van ramen/deuren om buitenlucht te laten binnenstromen. Het CO2-gehalte in de binnenlucht geeft aan wanneer verluchten noodzakelijk is. Bij niveau 3 kan het noodzakelijk zijn om regelmatiger te verluchten dan de CO2-meter aangeeft. 

Maatregelen     Niveau 1
< 128 griepachtige contacten 
per 100 000 consulten  
    Niveau 2
128 tot 783 griepachtige contacten 
per 100 000 consulten
    Niveau 3
>783 griepachtige contacten 
per 100 000 consulten
Afstand houden Voor patiënten: stoelen in de wachtzaal op 50 cm van mekaar. Bijeenkomsten van praktijkmedewerkers kunnen zonder afstandsregels (en zonder mondmaskers).     Voor patiënten: stoelen in de wachtzaal 50 cm uit mekaar. 
(Plastic) afscherming aan onthaal en in de kabinetten.
Stoelen in de wachtzaal en in andere praktijkruimtes minstens 1m uit mekaar. Patiënten wachten zoveel mogelijk buiten de praktijk op hun beurt. 
(Plastic) afscherming aan onthaal en in de kabinetten. Onderling overleg met praktijkmedewerkers verloopt bij voorkeur digitaal, met als alternatief: afstand houden tijdens vergaderingen of in open lucht bijeen komen.
Handhygiëne Alle patiënten/begeleiders, en zeker die met infectieuze klachten, ontsmetten de handen bij binnenkomen in de praktijk. Artsen/verpleegkundigen/kinesitherapeuten ontsmetten handen voor én na lichamelijk contact met patiënt. Alle patiënten/begeleiders ontsmetten handen bij binnenkomen in de praktijk. Artsen/verpleegkundigen/kinesitherapeuten: voor én na lichamelijk contact. Alle patiënten/begeleiders ontsmetten handen bij binnenkomen in de praktijk en voor het betreden van het kabinet. Artsen/verpleegkundigen/kinesitherapeuten voor én na lichamelijk onderzoek én bij begin en einde van het consult.
Ventilatie Monitoring van CO2 gehalte in wachtzaal en de kabinetten: verluchten als > 900 ppm. Na het spreekuur verluchten van lokalen gedurende 10 minuten.  Monitoring van CO2 gehalte in wachtzaal en kabinetten: verluchten als > 900 ppm. Na het spreekuur verluchten van wachtzaal en kabinet gedurende 10 minuten. Monitoring van CO2 gehalte in wachtzaal en de kabinetten: verluchten als > 900 ppm. Onafhankelijk van CO2 concentratie, steeds 2 minuten verluchten van het kabinet na elke patiënt.
Mondmaskerdracht Patiënten met klachten van de luchtwegen dragen een chirurgisch mondmasker. Patiënten met een kwetsbare gezondheid (inclusief zwangere vrouwen) dragen een chirurgisch masker of een FFP2-masker.
Arts/verpleegkundige/kinesitherapeut draagt masker bij direct (lichamelijk) contact met infectieuze patiënt en bij patiënten met een kwetsbare gezondheid.
Alle patiënten en artsen/verpleegkundigen/kinesitherapeuten dragen een (chirurgisch) mondmasker. Gezichtsbescherming wanneer er risico is op verspreiding van droplets. Vergaderingen van praktijkmedewerkers met mondmasker.  Alle patiënten en medewerkers in de praktijk dragen een chirurgisch masker, ook tijdens meetings onder praktijkmedewerkers. Artsen/verpleegkundigen/kinesitherapeut gebruiken een FFP2-masker, zeker tijdens een consult met een infectieuze patiënt en gezichtsbescherming wanneer risico op verspreiding van droplets. 
Teleconsulten Teleconsult voor zeer kwetsbare patiënten als triage om al dan niet naar de praktijk te komen. Ook teleconsult, als triage, voor patiënten zonder comorbiditeit met luchtwegenklachten. Teleconsult voor zeer kwetsbare patiënten als triage om al dan niet naar de praktijk te komen. Ook teleconsult, als triage, voor patiënten zonder comorbiditeit met luchtwegenklachten. Zoveel mogelijk teleconsultaties in zetten als eerste evaluatie van de gezondheidstoestand, om te oordelen of face-to-face contact noodzakelijk is.
Scheiding pathologie Patiënten met infectieuze pathologie worden bij voorkeur gescheiden (gegroepeerd, of met voldoende tijd voor ontsmetting) gezien van patiënten met een andere pathologie.  Enkel werken op afspraak. Dat kan via de online-agenda met instructies voor patiënten met klachten van de luchtwegen. Patiënten met infectieuze pathologie worden gescheiden (gegroepeerd, of met voldoende tijd voor ontsmetting) gezien van patiënten met een andere pathologie. Online agenda blijft dicht. Werken op afspraak, na voorafgaand telefonisch contact. Zo weinig mogelijk patiënten naar praktijk laten komen. Apart infectiespreekuur. Patiënten met infectieklachten wachten buiten of in een aparte wachtzaal.
Ontsmetting van ruimte en meubilair Op het einde van de dag: reinigen en ontsmetten van stoelen, onderzoekstafel en deurklinken in het kabinet; en de stoelen in de wachtzaal. Gerichte ontsmetting van het kabinet na elk spreekuurblok, én na het zien van een patiënt met infectieklachten (luchtwegen of gastro-intestinaal). 
Op het einde van de dag: reinigen en ontsmetten van stoelen, onderzoekstafel en deurklinken in het kabinet; en de stoelen in de wachtzaal.
Na elk contact met een patiënt: gerichte ontsmetting met aandacht voor de raakpunten met meubilair en deurklinken. 
Op het einde van de dag: reinigen en ontsmetten van alle praktijkruimtes.