Wat is Laagfrequent geluid (LFG)
Geluid wordt gekenmerkt door zijn frequentie. Algemeen geldt dat het menselijk gehoor geluid kan waarnemen met een frequentie van 20 tot 20.000 Hertz (Hz), mits het geluid voldoende luid is. Laagfrequent geluid heeft een frequentie lager dan 125 Hz. Mensen verschillen in hun gevoeligheid voor geluid. Dit is onder meer afhankelijk van de leeftijd.
Waarneming van LFG
Laagfrequent geluid (LFG) wordt vaak omschreven als een zeer lage toon, zwaar gebrom of gezoem, als een zware vrachtwagenmotor of als het gedreun van een draaiende wastrommel of generator. LFG kan als “geluid” of “lichaamstrilling” worden waargenomen, maar kan ook als een “druk” worden gevoeld op de oren, het hoofd, de keel of de borst. Bij dergelijke lage frequenties is het niet mogelijk om te bepalen uit welke richting het geluid komt wat bijdraagt aan het onaangenaam gevoel dat met LFG gepaard gaat. De geluidsbron is ook via meettoestellen moeilijk te bepalen en in enkele gevallen gaat het zelfs om lichaamseigen geluid. Het kan zijn dat niemand in de omgeving van de gehinderde het geluid waarneemt (ook als het om niet-lichaamseigen geluid gaat) waardoor de gehinderde aan zijn eigen waarnemingsvermogen begint te twijfelen en anderen de klachten niet altijd ernstig nemen. Het kan soms al maanden aanhouden voor een persoon hiermee naar u als huisarts komt.
Meestal wordt laagfrequent geluid als hinderlijk ervaren in afgesloten ruimten zoals binnenshuis en in auto’s. Vaak zijn de klachten ’s nachts erger, onder meer omdat maskerend achtergrondgeluid en afleidende prikkels ’s nachts ontbreken. Bovendien is de nood aan rust en stilte ’s nachts groter dan overdag. Klachten van laagfrequent geluid treden vooral op bij mensen van middelbare leeftijd aangezien het gehoor verandert met de jaren, en treedt vaker bij vrouwen dan mannen.
Hinder en gezondheidsproblemen door laagfrequent geluid ?
Er is de laatste jaren een toename aan klachten over LFG. De hinder door laagfrequent geluid is vaak ingrijpender dan bij klassieke geluidsoverlast (bv. luide muziek uit een naburig café, opstijgende vliegtuigen, …). Laagfrequent geluid went moeilijker, wordt vaak niet ernstig beoordeeld door de omgeving van de gehinderde en het probleem wordt groter als mensen zich er meer en meer bewust van worden en er zich aan ergeren. Dit kan leiden tot stress, slaapproblemen en vermoeidheid.
Bronnen van LFG
Zwaar verkeer (treinen, vliegverkeer, wegverkeer van vrachtwagens), industrie, ventilatoren, airco, warmtepompen, compressoren, luidsprekers, enzovoort kunnen aan de oorsprong liggen van LFG. Ook al klinkt het alsof het laagfrequent geluid van vlak bij huis komt, toch kan de bron op kilometers afstand gelegen zijn. De muren van een huis houden LFG niet goed tegen, en zeker minder goed dan “gewoon” geluid. Fenomenen als interferentie en resonantie kunnen de oorzaak zijn van de versterking van laagfrequent geluid binnenin een woning. Hierdoor kan het laagfrequent geluid soms in één kamer wel en in een andere kamer niet waargenomen worden of zelfs verschillend van plaats tot plaats binnen één kamer.
Er zijn ook dingen die verward kunnen worden met LFG uit de omgeving. Dit zijn bijvoorbeeld geluiden van het lichaam zelf, zoals geluid bij slikken, geluiden van de bloedsomloop die waarneembaar zijn bij een hoge bloeddruk en geluiden afkomstig van het samentrekken van kleine spiertjes rond het oor zijn voorbeelden van inwendige laagfrequent geluiden. Maar ook oorsuizen (tinnitus), kan verward worden met laagfrequent geluid. Het kan de oorzaak zijn van gelijkaardige klachten van gebrom, waarbij het oorsuizen wordt verward met een bron van laagfrequent geluid van buitenaf. Ongeveer 1 op de 20 personen heeft in meer of mindere mate last van dit medisch probleem. Dit oorsuizen kan verschillende vormen aannemen (zoals suizen, bonken, ronken, piepen, …). Oorsuizen komt vaker voor bij mensen die in het verleden aan overmatig geluid zijn blootgesteld geweest en gehoorschade hebben opgelopen (bv. door luide muziek of door lawaai op de werkplek). Oorsuizen kan ook voorkomen bij aandoeningen van het evenwichtsorgaan. LFG en tinnitus zijn niet altijd goed van mekaar te onderscheiden. Mensen met tinnitus horen het geluid in principe wel continu, hoewel ze zich er niet altijd bewust van zijn en last van hebben. Onderzoek en eventuele doorverwijzing naar neus-, keel-, oorarts kan hier meer duidelijkheid verschaffen en is soms aan te bevelen.
Hoe komt het dat niet alle bewoners het laagfrequent geluid horen of er door gehinderd worden?
Laagfrequent geluid wordt niet door iedereen waargenomen. De ene persoon is gevoeliger dan de andere. Bij laagfrequent geluid neemt de ervaren luidheid zeer snel toe met toenemende geluidssterkte. Het kan zo zijn dat een bepaald laagfrequent geluid door het ene gezinslid net niet wordt waargenomen, en bij een ander gezinslid toch al vrij luid wordt gehoord of gevoeld; ook al hebben beide gezinsleden een normaal gehoor dat wel lichtjes verschilt in gevoeligheid. Ook speelt het vaak mee dat mensen die hinder ondervinden zich focussen op het geluid waardoor ze steeds intensiever gaan luisteren en het steeds duidelijker waarnemen.
Wat doe je als je denkt aan LFG bij een patiënt?
Aangezien de hinder niet altijd wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van LFG, is een medisch onderzoek aan te raden. Zeker als de bromtoon op verschillende locaties wordt waargenomen en als er al sprake is van een gehoorstoornis. Als huisarts kan je doorverwijzen naar een neus-, keel-, oorarts voor verder onderzoek. Zeker wanneer er sprake is van overgevoeligheid voor alle geluid, of klachten die kunnen wijzen in de richting van tinnitus.
U kunt uw patiënt de volgende vragen stellen om wat meer te weten te komen over de aard en de kenmerken van het geluid:
- omschrijf het geluid
- Sinds wanneer hoor je het geluid of ervaar je hinder?
- Zijn er andere huisgenoten die het geluid horen of het als hinderlijk ervaren?
- Waar hoor je het geluid?
- Wanneer hoor je het geluid?
- Wat zijn mogelijke oorzaken van het geluid?
- Is er een verband met de windrichting?
- Welke maatregelen heb je al genomen om de hinder te beperken (bv hoofdschakelaar uitzetten, gehoorbescherming dragen)?
Wat kan je de patiënt aanraden om de hinder te verminderen?
Voor veel gehinderden door laagfrequent geluid is het belangrijk dat hun klacht erkend wordt, en dat het niet afgedaan wordt als “iets dat tussen de oren zit”. Toch zullen de gehinderden in veel gevallen met de hinder moeten leren leven. Dit is geen fijne maar wel een eerlijke boodschap. Slechts zelden wordt de bron zelf gevonden en aangepakt. De houding van de gehinderde is doorslaggevend: proberen niet te fixeren op het laagfrequent geluid en proberen er minder negatief tegenover te staan. Dit is uiteraard gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar de ervaring leert toch dat de meerderheid van de gehinderden het geluid op den duur niet meer als echt hinderlijk ervaart, zolang hun aandacht er maar niet op gevestigd wordt. Hypnotica en tranquillizers hebben geen bewezen nut in de aanpak van de hinder.
Enkele tips die je de patiënt kunt geven:
- Fixeer je niet op het laagfrequent geluid, en sta er niet te negatief tegenover.
- Aangename geluiden of muziek kunnen afleiden.
- Soms is slapen in een andere kamer een oplossing.
- Oordopjes werken niet of slecht bij laagfrequent geluid.
- Het isoleren van een woning voor laagfrequent geluid is moeilijk en het resultaat is twijfelachtig. Het mogelijke nut moet met een expert afgewogen worden. Isolatie die slecht aangebracht is, kost je niet enkel geld, maar kan het probleem versterken in de plaats van het op te lossen.
- Soms is verhuizen een oplossing, maar ook niet altijd, want een overgevoelig persoon kan op vele plaatsen hinder ondervinden omdat de bronnen van laagfrequent geluid zeer verspreid zijn in onze leefomgeving. Bovendien kunnen de lage frequentie geluiden zich kilometers ver voortplanten.
- Om meer begrip te krijgen uit de omgeving is het nuttig om familie en/of vrienden meer informatie te geven over LFG.
Metingen
Het meten van laagfrequent geluid in of rond het huis is zelden nuttig. Indien de gehinderde zelf een specifieke bron als oorzaak vermoedt, kan indien mogelijk, deze bron aan en uitgezet worden om na te gaan of het inderdaad de oorzaak is van LFG.
- LFG metingen zijn niet eenvoudig en moeten door een deskundige uitgevoerd én geïnterpreteerd worden. Indien de patiënt zou beslissen zelf metingen te laten uitvoeren, moet er rekening gehouden worden met het hoge prijskaartje wat hieraan vast hangt.
- de interpretatie van de meetresultaten is lastig:
- ook al wordt de meting correct uitgevoerd, kunnen soms reëel bestaande geluiden toch niet geregistreerd worden. Dan “bewijst” de meting niets.
- bovendien kan bij sommige personen laagfrequent geluid waar volgens de “hindercurves” geen probleem zou bestaan, toch tot klachten leiden. De hindercurves zijn curves die aangeven hoeveel mensen gemiddeld hinder ervaren bij verschillende geluidssterktes. Deze hindercurves “accepteren” als het ware dat in vele situaties wel steeds een klein percentage gehinderden kan zijn. Daardoor is toetsen van meetresultaten aan hindercurves ook niet altijd zinvol.
- Omdat Vlaanderen geen expliciete wetgeving heeft die bepaalt hoeveel LFG wordt toegestaan of niet. De metingen worden bijgevolg soms getoetst aan wetgeving uit andere landen die wel wetgeving hebben rond LFG. Deze kan sterk verschillen tussen landen. Dit heeft bovendien geen bindend karakter. Een ander gevolg van het gebrek aan expliciete wetgeving rond LFG in Vlaanderen is het gevolg dat noch de gemeente, noch milieu-inspectie, noch Toezicht Volksgezondheid wettelijk verplicht zijn om metingen te organiseren of te betalen.
- zelfs indien met metingen kan worden aangetoond dat LFG aan de basis ligt van de klachten, is het de vraag of de bron kan gevonden worden. Het is vaak heel moeilijk om de oorzakelijke bron te vinden. Bovendien kan zelfs een geïdentificeerde bron niet altijd aangepakt worden. Er zijn immers geen wettelijke normen voor LFG in Vlaanderen.
Bronnen:
- Nederlandse Stichting Geluidshinder. NSG-richtlijn laagfrequent geluid, 1999.
- Proposed criteria for the assessment of low frequency noise disturbance – prepared for Defra by A. Moorhouse, D. Waddington, M. Adams, 2005.
- Procedure for the assessment of low frequency noise complaints – Revision 1 – December 2011 – Prepared for Defra by Dr A. Moorhouse, D. Waddington, M. Adams.
- Laagfrequent geluid. Geluid nr 4 (19 – 22), December 2012.
- Klachten over laagfrequent geluid: een fenomeen met mythische trekken? Geluid nr 4 (28-30), december 2012.
- Ik hoor een bromtoon. Hinder door laagfrequent geluid. Meldpunt Gezondheid en Milieu. website: http://ggd.groningen.nl/milieu-gezondheid/laagfrequent-geluid-lfg/lfg-brochure-limburg-ikhooreenbromtoon.pdf