Het ingangsexamen geneeskunde: meer dan een selectietool

Deze week startten 1723 enthousiaste studenten aan de opleiding geneeskunde. Dit jaar was er echter veel commotie rond het ingangsexamen. Wat voor velen de deur opent naar lang verlangde en zorgvuldig voorbereide studies, werd overschaduwd door fraudegevallen. Enkele kandidaten hielden zich niet aan de regels en riepen de hulp in van een AI-chatbot om het examen af te leggen. Deze situatie roept niet alleen vragen op over eerlijkheid, maar ook over de manier waarop we het ingangsexamen vandaag organiseren. Wij pleiten voor een examen dat jongeren voorbereidt op een beroep waarin samenwerking, communicatie, empathie en nieuwe technologieën een centrale rol spelen.

Dat er dit jaar fraude is gepleegd tijdens het ingangsexamen is absoluut onaanvaardbaar. Het examen moet voor iedereen op een eerlijke manier verlopen. Het gebruik van AI-chatbots om antwoorden te genereren, ondermijnt niet alleen de geloofwaardigheid van het examen, maar ook het vertrouwen in toekomstige artsen. Vanuit Domus Medica veroordelen we deze fraude dan ook ten stelligste. 
Tegelijkertijd willen we benadrukken dat het overgrote deel van de deelnemers zich wel correct heeft voorbereid. Hun inzet en motivatie verdienen alle waardering. We beseffen ook dat er naast de starters ook veel meer gedreven studenten in een plan B stappen met minder enthousiasme en met gemengde gevoelens over hun toekomstplannen.

Het belang van een ingangsexamen

De voorbije weken is het ingangsexamen door velen in vraag gesteld. Is een ingangsexamen nog wel van deze tijd? En is het wel de juiste manier om toekomstige artsen te selecteren? Vanuit Domus Medica zijn we ervan overtuigd dat een ingangsexamen nodig blijft. We hebben geleerd uit het verleden dat een te groot aantal artsen leidt tot een medisch overaanbod, wat de gezondheidszorg onbetaalbaar maakt. Bovendien is de opleiding geneeskunde intensief en het is niet verantwoord om 18-jarigen te laten starten in een traject waar na 6 jaar mogelijk geen plek is om als arts aan de slag te gaan. Zeker omdat een basisopleiding geneeskunde geen brede voorbereiding biedt op een andere arbeidsmarkt buiten de medische sector.

Toch moeten we ons afvragen of de huidige focus op kennis en competitie in het examen de beste voorbereiding biedt voor de artsen van morgen. Artsen hebben kennis nodig, maar ook kritisch denkvermogen, oog voor hun maatschappelijke rol en communicatieve en sociale vaardigheden. We moeten onszelf dus wel degelijk kritische vragen durven stellen bij de inhoud van het ingangsexamen geneeskunde.  

Wat moet een ingangsexamen dan wel zijn? 

Het ingangsexamen moet méér zijn dan een toets van exacte vakken. Het moet ook oog hebben voor de bredere rol die artsen in onze samenleving opnemen.

Artsen worden verondersteld maatschappelijk te handelen. Ze gaan om met maatschappelijke middelen uit de sociale zekerheid en moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Vaak gaat het om ethische dilemma’s. Wat doen we bijvoorbeeld als de HGR geen verschil ziet tussen het vaccin voor zwangere vrouwen en de antistoffen voor de baby, terwijl de maatschappelijke kost tussen beide middelen enorm verschilt (175 versus 777 euro)? Moeten we maagzuurremmers terugbetalen als leefstijl ook een impact heeft? En hoe waarborgen we de betaalbaarheid van onze gezondheidszorg in het algemeen? Hoe garanderen we dat toekomstige artsen daar bewust en verantwoord mee leren omgaan en hoe meet je dat in een examen? Dit soort inzichten zijn minstens even belangrijk als kennis van formules en theorie.

Daarnaast is ook communicatie vandaag onontbeerlijk. Artsen zijn niet langer de dirigenten die voorschrijven hoe het orkest speelt en waar de patiënt als stille luisteraar ondergaat wat de dirigent oplegt. Patiënten hebben recht op duidelijke informatie, afgestemd op hun situatie en achtergrond. Artsen in opleiding moeten breed kunnen communiceren met alle mensen in deze diverse samenleving. Maar hoe meten we of 18-jarigen voldoende leervermogen hebben om dat later te kunnen?

Ook is AI niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Artsen zijn levenslang lerende. We moeten ons constant bijscholen, mee evolueren met de maatschappij en de middelen gebruiken die daarbij beschikbaar zijn. AI maakt daar onlosmakelijk deel van uit, maar wordt vandaag nog vaak als bedreiging gezien. Toch zullen we AI moeten omarmen en leren inzetten als tool in de dagelijkse praktijk. Of het nu gaat om het analyseren van medische beeldvorming of het administratief ontlasten van artsen: AI kan een waardevolle bondgenoot zijn in de zorg. Daarom is het belangrijk dat artsen hierin geschoold worden, zodat ze AI op een verantwoorde en kritische manier kunnen gebruiken.

Artsen werken bovendien niet alleen met patiënten, maar ook met collega’s en andere zorgverleners. Artsen van vandaag en morgen zijn samenwerkers. En daar wringt het schoentje echt. Studenten die straks moeten bewijzen dat ze samenwerkers zijn, worden vanaf dag één in competitie gezet. Nog voor ze amper hallo gezegd hebben tegen hun buurman of buurvrouw. En zij die die eerste strijd winnen, worden vervolgens opnieuw tegenover elkaar gezet: alleen de besten van de groep staan vooraan in de rij om in een specialisme naar keuze te starten.

Het ingangsexamen 2.0 

Het ingangsexamen geneeskunde blijft noodzakelijk, maar het moet meer zijn dan alleen een selectietool. Het huidige model is aan vernieuwing toe, er is nood aan een ingangsexamen 2.0. Fraude veroordelen we, maar tegelijkertijd biedt dit debat de kans om breder te kijken. Welke artsen hebben we morgen nodig en hoe selecteren we hen? Wij pleiten voor een examen dat oog heeft voor kennis én vaardigheden en dat jongeren voorbereidt op een beroep waarin samenwerking, communicatie, empathie en nieuwe technologieën (zoals AI) een centrale rol spelen. Als wetenschappelijke beroepsvereniging reiken we de hand aan de academische centra en de Vlaamse overheid om mee na te denken over het ingangsexamen 2.0.

Dr. Maaike Van Overloop
Voorzitter Domus Medica