De verwerking van gezondheidsgegevens in het kader van een tuchtprocedure

De Nationale Raad van de Orde der Artsen boog zich over de verwerking van gezondheidsgegevens door de provinciale raden van de Orde der artsen in het kader van tuchtprocedures.

De provinciale raden zijn bevoegd om te waken over de naleving van de deontologische regels, alsook over een heel aantal verplichtingen die artsen dienen na te leven zoals de eerlijkheid of waardigheid.

Bij een tuchtonderzoek wordt er nagegaan of de arts de regels van de medische deontologie heeft nageleefd bij de behandeling van een patiënt. Om dit te kunnen beoordelen zal de onderzoekscommissie de gezondheidsgegevens van de betrokkene inkijken voor zover dit overeenkomstig de privacyregelgeving, noodzakelijk is voor de onderbouwing van de tuchtvordering en evenredig is met het nagestreefde doel. De tuchtoverheid bepaald zelf welke gegevens noodzakelijk en relevant zijn voor de behandeling van het geschil. Inzage in de gezondheidsgegevens van de patiënt wordt gerechtvaardigd door de wettelijke opdracht waarmee de Orde der artsen bevoegd is, alsook door het doel van het tuchtrecht namelijk waarheidsvinding en beteugeling van een tuchtrechtelijke inbreuk ter bescherming van de volksgezondheid.

Dit heeft tot gevolg dat de arts bij wie het patiëntendossier wordt opgevraagd zich hier niet tegen kan verzetten. De opvraging moet echter wel gemotiveerd worden door de wettelijke opdracht van de Orde der artsen te vermelden, alsook een korte samenvatting van de klacht weer te geven. De provinciale raden verwerken deze gegevens overeenkomstig het beroepsgeheim. Wanneer de gezondheidsgegevens werden verstrekt door een derde, dient de patiënt hier wel van op de hoogte te worden gebracht.

Yente Reinenbergh
Jurist Domus Medica