AADM neemt haar verantwoordelijkheid en stemt voor het begrotingsvoorstel 2023

Op het Verzekeringscomité werd gisteren het begrotingsvoorstel besproken en goedgekeurd. De Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) nam haar verantwoordelijkheid in deze moeilijke budgettaire tijden en stemde voor het begrotingsvoorstel 2023. 

De afgelopen drie jaar werd de maatschappij kort na elkaar met meerdere crisissen geconfronteerd. De COVID-19-crisis vroeg en vraagt nog steeds bijzonder veel inspanningen van iedereen. Ook de oorlog in Oekraïne en de vluchtelingenstroom leggen nog dagelijks een extra belasting op de zorg. Daarnaast zorgen de in 2022 historisch toegenomen inflatie en uit de pan swingende energieprijzen zowel voor zorgverleners als gezinnen voor flinke kopzorgen. Ten slotte toont het rapport van het Monitoringscomité dat het overheidstekort op de federale begroting oploopt tot 4% van het bruto binnenlands product (of zowat 23 miljard euro).

In deze context was het een grote uitdaging om een toekomstgerichte begroting op te maken met een draagvlak onder de zorgverleners en verzekeringsinstellingen. Dr. Roel Van Giel, voorzitter Domus Medica: “De afgelopen drie jaar botste ons zorgsysteem op zijn limieten. Er staan ons gigantische uitdagingen te wachten waarop we een antwoord moeten vinden. Om deze reden moeten we blijven investeren en hervormen. Het begrotingsvoorstel 2023 van het Verzekeringscomité is hierin een eerste stap.”

Verantwoordelijkheid zowel voor alle zorgverleners als voor de artsen

AADM nam gisteren haar dubbele verantwoordelijkheid als vertegenwoordiger effectief op. Ten eerste heeft het Verzekeringscomité een rol om vanuit het algemeen gezondheidszorgbelang te handelen. AADM is tevreden met een aantal voorstellen enerzijds voor andere zorgverleners zoals de kinesitherapie, tandzorg en anderzijds over de toegankelijkheid van de zorg voor de patiënt: 

  1. Herwaardering van de kinesitherapeutische zorg voor 25 miljoen euro.
  2. Voor tandzorg is er een extra budget van ongeveer 5,5 miljoen euro: 
    • mond- en tandzorg: uitbreiding leeftijd codes kinderen (zonder remgeld) tot de 19de verjaardag:
    • uitbreiding leeftijd tot 60ste verjaardag voor paradontaal onderzoek; 
    • afschaffing van de leeftijdsgrens voor het jaarlijkse mondonderzoek. 
  3. Tussenkomst in het interhospitaal vervoer voor 6,4 miljoen euro.

Ten tweede verdedigt AADM de belangen van de sector van de (huis)artsen. Om deze reden zijn we tevreden dat er in 2023 uit de groeimarge effectief budget is voorzien voor de artsen voor belangrijke projecten:

  1. Een budget van 5 miljoen euro voor het verbeteren van het sociaal statuut van haio’s en aso’s.
  2. Een extra budget van ongeveer 6,4 miljoen euro voor somatische zorg in psychiatrische ziekenhuizen.

Daarnaast wordt de New Deal specifiek genoemd in het begrotingsvoorstel. 

Extra budget voor geconventioneerde zorgverleners

Een derde belangrijk element voor goedkeuring is een extra structureel budget van 100 miljoen euro voor geconventioneerde zorgverleners. Het Verzekeringscomité zal hiervoor verder maatregelen uitwerken in 2023. Het extra budget is bedoeld voor de ondersteuning van de praktijken en hun werkingskosten. 

In tegenstelling tot de andere artsensyndicaten is AADM wel tevreden dat dit budget gaat naar de geconventioneerde zorgverleners. Wij stellen vast dat voor sommige beroepen en medische disciplines de deconventionering de laatste jaren sterk toeneemt. In een aantal gevallen (bv. beeldvorming) heeft dit zorgwekkende proporties aangenomen voor de patiënt. Ook als artsensyndicaat moeten we onze verantwoordelijkheid opnemen in het belang van de patiënt. Maatregelen die collega’s kunnen overtuigen om zich te blijven conventioneren of terug te conventioneren en zo bij te dragen aan een toegankelijke, kwalitatieve en solidaire gezondheidszorg, is voor AADM een heel belangrijk principe.

Dr. Dieter Vercammen, voorzitter Artsenbelang: “Met alle uitdagingen en werven die lopen, staan we voor een uitdagend jaar. Dit kan enkel maar slagen als actoren (artsen, ziekenhuisbeheerders, overheid, andere zorgverleners, sociale partners en patiëntenverenigingen) in alle vertrouwen en met een open blik op de toekomst het fundamentele debat willen aangaan.”