Ouderen lijden aan zeer veel verschillende aandoeningen en vanwege hun leeftijd lopen ze een inherent hoog risico op ziekte en overlijden. Wanneer de huisarts alle aanbevelingen zou volgen, dan dient de gemiddelde tachtigplusser meer dan twintig verschillende farmacologische substanties in te nemen.
Terecht vragen patiënten steeds vaker om betrokken te worden bij hun eigen zorg. Daarom is het belangrijk dat wij als hulpverleners in verschillende zorgsettings tijdig weten wanneer en op welke manier mensen geholpen willen worden. Concreet betekent dit dat vroegtijdige zorgplanning al begint met een dialoog tussen de patiënt en de huisarts.
De meeste symptomen in de palliatieve fase kunnen met goede symptoomcontrole goed aangepakt worden. Soms is dit echter niet mogelijk, waarbij in overleg met de patiënt en zijn naasten palliatieve sedatie toegepast kan worden.