De huisarts streeft in zijn zorg voor de patiënt naar een sterke wetenschappelijke onderbouwing zoals omschreven in de richtlijnen, welke steeds op maat van de patiënt is.
De praktijk neemt een basistakenpakket aan zorg op voor haar patiënten.
De zorgverleners bespreken regelmatig klinische richtlijnen en patiënten casussen met elkaar. De verbeterpunten kunnen samengevat worden in een praktijk consensus.
Bespreken van casussen is een wekelijks agendapunt op de praktijk vergadering.
De praktijk organiseert zich zo dat patiënten met infectie pathologie geen (onbeschermd) contact hebben met medewerkers of andere patiënten.
Niet-herbruikbaar materiaal wordt niet hergebruikt of buiten de vervaldatum gebruikt.
Iedere medewerker van de praktijk heeft een overzicht van zijn vaccinaties. Titerbepaling van hepatitis B antistoffen wordt aangeraden bij alle medewerkers in de praktijk die hiermee mogelijk in contact kunnen komen.
Vaccins voor influenza en tetanus worden aangeboden.
De praktijk stelt een verantwoordelijke aan om zowel de kwaliteit als het behoud van de koude keten van vaccins te waarborgen.
De praktijk doet het nodige om alle risicogroepen en zorgverleners, zoals beschreven door de Hoge Gezondheidsraad, jaarlijks te informeren en te vaccineren tegen de griep.
De praktijk heeft een lijst van het nodige medische verbruiksmateriaal, instrumentarium en noodzakelijke medicatie en er is een samenwerkingsafspraak om deze stock te bewaren en te beheren.
De inhoud van de dokterstas wordt op regelmatige tijdstippen nagekeken en zo nodig aangevuld.