De GGDM vraagt lichaamslengte en gewicht en ook de buikomtrek

Lengte en gewicht om de BMI te bepalen

Obesitas is een reclasserende factor bij het bepalen van het globale cardiovasculaire risico

BMI en buikomtrek zijn elementen, nodig om de findrisc te kunnen berekenen en zo het 10jaars risico op diabetes in te schatten

Herhaal de metingen van gewicht, lengte en buikomtrek als de patiënt die zelf had ingevuld

Klinisch onderzoek

Ga na wat de fysieke effecten zijn:

1. Bloeddruk
2. Inspectie van de huid
3. Auscultatie hart en longen
4. Palpatie van de schildklier

Aanvullend onderzoek

• Nuchtere glycemie
• Lipiden om absoluut cardiovasculair risico te bepalen

Aanpak

1.Vraag naar motivatie en zelfvertrouwen:

• Hoe belangrijk vind je het om te vermageren?
• Wat moet er veranderen opdat je het belangrijker zou vinden?
• Hoe belangrijk vindt u het om uw eetgewoonten te veranderen?
• Als u zou beslissen om te vermageren, hoeveel vertrouwen hebt u dan in uzelf dat u hierin slaagt?
• Wat moet er veranderen om uw zelfvertrouwen te verhogen?

2. Situeer in fase van gedragsverandering: vooroverwegend, overwegend, beslissend, uitvoerend, onderhoudend (of herval)

3. Help de patiënt te evolueren naar een volgende fase

Wie biedt ik interventie aan?

Alleen patiënten in de beslissings- of uitvoerende fase

Alle obese

Patiënten met overgewicht plus comorbiditeiten

Wat doe ik?

Dieet: gebruik de voedingsdriehoek, een eetdagboek of verwijs naar een diëtist

Gedrag: beperken van de prikkels, aannemen vast eetpatroon, stimuluscontrole), traag eten

Beweging: inbouwen in dagelijks leefpatroon (trap, fietsen); geleidelijk opbouwen vertrekkend van het huidige bewegingspatroon en streven naar 30-45 minuten per dag, minstens 5 dagen per week

Bevraag eetgedrag en sluit eetbuistoornissen uit

• Eet u met opzet wat minder om niet dikker te worden?
  • Hoe vaak slaat u aangeboden eten/drinken af omdat u aan uw gewicht wilt denken?
• Eet u soms abnormaal grote hoeveelheden voedsel in korte tijd?
  • Zo ja, zonder controle en met schuld- en onrustgevoelens achteraf?

Bij vermoeden van eetstoornissen: verwijs door naar een hierin gespecialiseerde therapeut (via de verwijstool van vzw Eetexpert: https://eetexpert.be/hulp/voor-professionelen/)