Menu

Een multidisciplinaire aanpak is nodig om chronische nierinsufficiëntie tijdig in kaart te brengen, complicaties op te vangen en de medicatie te bewaken.

Wat begon als een verontrustend verhaal uit China, heeft zich razendsnel verspreid en heeft ondertussen reeds maanden heel de wereld in de ban. De 2020 COVID-pandemie is een uitdaging voor de hele gezondheidszorg, maar treft zeker ook de ouderenzorg hard. Op het moment van het schrijven van dit artikel op 15 juni 2020 telt ons land 9661 overlijdens gelinkt aan deze COVID-uitbraak waarvan 4848 in woonzorgcentra (WZC’s).

Een Lokaal Multidisciplinair Netwerk (LMN) ondersteunt de multidisciplinaire samenwerking in de chronische zorg. Initieel richtte de werking zich voornamelijk op de zorgtrajecten diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie (CNI). Vandaag nemen LMN’s ook andere initiatieven rond chronische zorg om de zorg voor mensen met een chronische ziekte te verbeteren.

COPD is een chronische longziekte die, vooral in een vergevorderd stadium, een hoge mortaliteit en morbiditeit met zich meebrengt. Daarnaast is de kwaliteit van leven van COPD-patiënten verminderd en zijn de kosten van de zorg en van ziekteverzuim op het werk erg hoog. Daarom is een goede behandeling van belang.

Het Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) heeft als doel de multidisciplinaire samenwerking tussen artsen en apothekers te stimuleren. Hierop kunnen verschillende thema’s besproken worden. In het vorige nummer van Huisarts Nu kwam reeds het voorschrijven van DOAC’s aan bod (zie ‘Veilig gebruik van directe orale anticoagulantia’ van Silas Rydant in Huisarts Nu 2018, nr. 3, blz. 106-7).

Een grijze epidemie dreigt voor België en de meeste andere westerse landen. In 2012 stond de teller op 1,92 miljoen personen die 65 jaar of ouder waren, waarbij 0,57 miljoen personen 80 jaar of ouder waren. Die aantallen stonden voor respectievelijk 17,4% en 5,2% van de totale Belgische populatie. De komende jaren verwacht men een sterke stijging van deze aantallen. Naar 2030 toe spreekt men van 2,7 miljoen 65-plussers en 0,78 miljoen 80-plussers, die staan voor respectievelijk 22% en 6,3% van de Belgische bevolking. Voor 2050 spreekt men zelfs van 3,21 miljoen 65-plussers (24,5%) en 1,25...

De prevalentie van chronische nierinsufficiëntie (CNI) neemt toe met het ouder worden, tot ongeveer 10% op de leeftijd van 65 jaar en tot 60% bij personen van 80 jaar en ouder. CNI en vooral het eindstadium van de nierziekte (ESNZ) worden erkend als een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. De kosten per patiënt in dialyse lopen per jaar op tot meer dan 50 000 euro en er wordt meer dan 1% van het Belgische gezondheidszorgbudget aangewend om deze kosten te dekken. Daarnaast verhoogt CNI het risico op cardiovasculaire events en mortaliteit. Bovendien kunnen veel medicijnen niet worden...

Hartfalen is een progressieve chronische aandoening die wereldwijd en in België een belangrijk en toenemend gezondheidsprobleem vormt. Volgens de meest recente cijfers van het Agentschap Zorg en Gezondheid bedraagt de prevalentie in onze populatie ongeveer 1%. Hartfalen is ook geassocieerd met een belangrijke mortaliteit en elke hospitalisatie doet dit risico nog verder toenemen. Factoren die bijdragen aan de ziekenhuisopnames, zijn onder andere het falen van therapietrouw, het niet tijdig herkennen van alarmsignalen en het niet naleven van preventieve maatregelen. Deze opnames zijn niet enkel...

Welke drempels ervaren huisartsen, diëtisten en patiënten? Chronische nierinsufficiëntie (CNI) wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van structurele of functionele nierschade sinds drie of meer maanden. Met structurele schade wordt de aanwezigheid van proteïnurie, hematurie of structurele afwijkingen bedoeld. Functionele schade uit zich als een glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR volgens de MDRD-formule) van minder dan 60 ml/min/1,73 m2. De prevalentie van CNI in Vlaanderen bedraagt 13% volgens de gegevens van de Intego-databank en stijgt aanzienlijk met de leeftijd en de aanwezigheid van...

Zorgmanagement bij patiënten met verschillende chronische aandoeningen is één van de belangrijkste uitdagingen binnen de gezondheidszorg. Maar wat is multimorbiditeit juist en hoe kan men dit meten? En wat is de rol van de huisarts in deze complexe zorg?